Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiser 1] , eiser 1
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 december 2024 uitspraak gedaan in de zaken NL24.42508 en NL24.42510, waarbij de asielaanvragen van twee Syrische eisers niet in behandeling zijn genomen. De eisers, geboren in 1981 en 1982, hadden op 30 juni 2024 asiel aangevraagd in Nederland, maar de minister van Asiel en Migratie heeft de aanvragen afgewezen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van hun aanvragen. De eisers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld, maar zijn niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft overwogen dat de minister terecht heeft aangenomen dat Polen zijn internationale verplichtingen zal naleven, en dat de eisers niet voldoende bewijs hebben geleverd dat dit niet het geval zou zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepen ongegrond zijn en dat er geen aanleiding is om de aanvragen in Nederland te behandelen. De eisers krijgen geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.