Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. Het bestreden besluit, genomen op 15 oktober 2024, verlengde de overdrachtstermijn voor de overdracht van eiser aan Bulgarije met achttien maanden. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Alkir, stelde dat hij niet ondergedoken was en dat de verlenging van de overdrachtstermijn onterecht was. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de verlenging van de overdrachtstermijn in stand blijft. De rechtbank oordeelde dat eiser doelbewust buiten het bereik van de autoriteiten was gebleven om zijn overdracht te voorkomen. Eiser had geen geldige reden gegeven voor zijn afwezigheid bij het vertrekgesprek en had de autoriteiten niet geïnformeerd over zijn verblijfplaats. De rechtbank concludeerde dat de minister op basis van de feiten en omstandigheden niet ten onrechte had geconcludeerd dat eiser ondergedoken was. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.