Uitspraak
1.ECLI:NL:RBDHA:2023:6208.
2.ECLI:NL:RVS:2023:4219.
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 15 januari 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vreemdelingenbewaring van eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben. Eiser betwist dat de staatssecretaris voorafgaand aan zijn bewaring toestemming had moeten vragen aan het Openbaar Ministerie (OM) voor zijn uitzetting. Hij stelt dat deze toestemming expliciet moet zijn en verwijst naar een eerdere uitspraak van de rechtbank in Roermond. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris in beginsel geen toestemming van het OM hoeft te vragen voor de inbewaringstelling, tenzij de vreemdeling in strafrechtelijke detentie zit. In dit geval was er geen strafrechtelijke detentie voorafgaand aan de bewaring, en de staatssecretaris had op 29 december 2023 toestemming gevraagd aan het OM, dat dezelfde dag nog akkoord ging. De rechtbank concludeert dat de gronden voor de bewaring, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken, voldoende zijn gemotiveerd. Eiser heeft de zware gronden van de staatssecretaris niet betwist, en de rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring rechtmatig is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.