ECLI:NL:RBDHA:2024:20000
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake asielaanvraag van transgender eiseres met Colombiaanse nationaliteit
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, een transgender vrouw van Colombiaanse nationaliteit, diende op 3 juni 2024 een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel in, welke door de minister op 1 juli 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft op 7 oktober 2024 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiseres als de minister aanwezig waren. Tijdens de zitting werd het onderzoek geschorst om de minister de gelegenheid te geven aanvullende stukken toe te voegen. Op 30 oktober 2024 werd het onderzoek gesloten, waarna de rechtbank op 25 november 2024 deze tussenuitspraak deed.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek vertoont, omdat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaringen van eiseres over de aanval ongeloofwaardig zijn. Eiseres heeft verklaard dat zij in Colombia is aangevallen vanwege haar transgenderidentiteit en dat zij geen aangifte heeft gedaan omdat de politie haar niet zou helpen. De rechtbank oordeelt dat de minister niet voldoende rekening heeft gehouden met de gezondheidstoestand van eiseres tijdens het nader gehoor en dat het niet doen van aangifte niet automatisch afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van haar relaas. De rechtbank geeft de minister de gelegenheid om het motiveringsgebrek te herstellen binnen vier weken na deze uitspraak.
De rechtbank benadrukt dat de minister moet motiveren waarom de verklaringen van eiseres over de aanval ongeloofwaardig zijn bevonden en dat de minister de mogelijkheid heeft om het gebrek te herstellen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.