ECLI:NL:RBDHA:2024:19635
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht en vreemdelingenrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2024 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring die aan eiser is opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel is opgelegd op 21 augustus 2024 op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft eerder beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, waarbij hij ook een verzoek tot schadevergoeding heeft ingediend. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 18 november 2024 gesloten en besloten dat de zaak niet op zitting wordt behandeld.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 8 oktober 2024. Eiser betoogde dat er geen zicht op uitzetting naar Algerije was, omdat er geen reactie van de Algerijnse autoriteiten was ontvangen op de laissez-passer aanvraag. De rechtbank oordeelde echter dat er in het algemeen wel zicht op uitzetting is en dat de minister voldoende voortvarend handelt. Eiser had onvoldoende stappen ondernomen om zijn terugkeer te bespoedigen, wat ook meeweegt in de beoordeling.
De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.