ECLI:NL:RBDHA:2024:19514
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door te vroege ingebrekestelling
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 30 oktober 2024, is het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig had beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn ingebrekestelling te vroeg heeft ingediend. Volgens de geldende regelgeving, specifiek WBV 2023/3, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden verlengd. Eiser had zijn asielaanvraag op 9 november 2023 ingediend, waardoor de beslistermijn voor zijn aanvraag was verlengd. De ingebrekestelling die eiser op 2 september 2024 indiende, viel daarmee voor de rechtbank te vroeg, aangezien de termijn nog niet was verstreken. De rechtbank oordeelde dat de minister voldoende aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een situatie die de verlenging van de beslistermijn rechtvaardigde, zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000. Hierdoor was het beroep van eiser niet-ontvankelijk, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde datum als de uitspraak.