ECLI:NL:RBDHA:2024:17237
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van het Hoogheemraadschap van Rijnland inzake nadeelcompensatie voor waardevermindering van de woning en tijdelijke derving van woongenot
In deze zaak heeft eiseres, eigenaar van een woning in Stompwijk, beroep ingesteld tegen een besluit van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Dit besluit, genomen op 29 september 2022, kende eiseres een nadeelcompensatie toe van € 19.593,86, als vergoeding voor de waardevermindering van haar woning en tijdelijke derving van woongenot door werkzaamheden in het kader van het project 'Piekberging Nieuwe Driemanspolder'. Eiseres was van mening dat het toegekende bedrag te laag was en heeft haar beroep onderbouwd met verschillende argumenten, waaronder de hoogte van de waardevermindering en de drempel voor het normaal maatschappelijk risico.
De rechtbank heeft de zaak op 10 september 2024 behandeld. Eiseres heeft betoogd dat de waardevermindering van haar woning, die door de SAOZ op € 50.000,- was vastgesteld, te laag was en dat de drempel voor het normaal maatschappelijk risico ten onrechte op 4% was vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de SAOZ de schade op een zorgvuldige manier heeft beoordeeld en dat de waardevermindering van de woning en de tijdelijke derving van woongenot adequaat zijn vastgesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het besluit van het Hoogheemraadschap in redelijkheid kon worden genomen op basis van de adviezen van de SAOZ.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij heeft geoordeeld dat de hoogte van de nadeelcompensatie terecht is vastgesteld en dat er geen aanleiding was voor een hogere vergoeding. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer op 22 oktober 2024.