ECLI:NL:RBDHA:2024:16634
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 20 september 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat de minister van Asiel en Migratie de aanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet kan vertrouwen op de behandeling van zijn aanvraag in Spanje vanwege vermeende discriminatie en islamofobie. De rechtbank stelt vast dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn claims te onderbouwen en dat de minister mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser heeft ook een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, maar dit wordt afgewezen. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om af te wijken van de beslissing om de aanvraag niet in behandeling te nemen en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.