2.6.Uit de akte van levering van de [adres 1] van 19 juli 2007 volgt, voor zover relevant, het volgende:
Opnegentien juli tweeduizend zevenverschijnen voor mij, (…)
1. de heer[naam 3](…) hierna te noemen: “Vennoot B”;
2. de heer[erflater](…) hierna te noemen: “Vennoot C”;
3. mevrouw[erflaatster](…) hierna te noemen: “Vennoot A”.
De verschenen personen, handelend als gemeld, verklaren:
ONTBINDING COMMANDITAIRE VENNOOTSCHAP
(i) Bij overeenkomst van achtentwintig februari negentienhonderd achtennegentig zijn partijen een commanditaire vennootschap aangegaan onder de naam: [bedrijfsnaam 4] C.V., hierna aangeduid als: “CV”, waarbij als
beherende vennoten Vennoot A en Vennoot B en als commanditaire/stille vennoot Vennoot
C optraden.
(ii) De CV is per éénendertig december tweeduizend zes beëindigd en partijen zijn
overeengekomen de activa en passiva van de CV te verdelen en te leveren, een en ander
overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 en volgende van de sub (i) bedoelde
overeenkomst van achtentwintig februari negentienhonderd achtennegentig.
(iii) Ter uitvoering van de sub (ii) bedoelde overeenkomst zijn alle activa en passiva van de
door de vennoten gedreven onderneming op één januari tweeduizend zeven overgedragen
aan Vennoot B, voor en ten behoeve van de op één januari tweeduizend zeven door hem
voortgezette onderneming/eenmanszaak genaamd [bedrijfsnaam 2] ”, dit
echter met uitzondering van het in deze akte vermelde registergoed, welk registergoed als
buitenvennootschappelijk vermogen aan de CV ter beschikking is gesteld door Vennoot C.
(iv) Het voren bedoelde registergoed is:
het appartementsrecht, kadastraal bekend [kadastrale aanduiding 1].
omvattende:
a. de bevoegdheid tot het uitsluitend gebruik van de bedrijfsruimte met berging en tuin
op de begane grond en verder toebehoren te [postcode][gemeente], plaatselijk
bekend[adres 1], hierna aangeduid als: “Bedrijfsruîmte’ en
b. het twee vijfde onverdeelde aandeel in de gemeenschap, bestaande uit het gebouw
met winkelhuis met afzonderlijke bovenwoning te ‘s-Gravenhage, plaatselijk bekend
[adres 3] , hierna aangeduid als: “Gebouw’ten tijde van de splitsing in
appartementsrechten kadastraal bekend [kadastrale aanduiding 2]
, groot een are en tweeënveertig centiaren;
hierna aangeduid als: “Registergoed”.
(v) Blijkens de sub (ii) bedoelde overeenkomst heeft Vennoot C zich verbonden om het
Registergoed aan Vennoot B als voortzetter van de onderneming over te dragen, zulks
door middel van levering van het Registergoed.
WAARDE REGISTERGOED/OMZETBELASTING/VRIJSTELLI NG
OVERDRACHTSBELASTING
Blijkens een taxatie van het Registergoed is de onderhandse verkoopwaarde, terzake de
eventuele verschuldigdheid van overdrachtsbelasting, vastgesteld op drie honderd
achtentwintig duizend euro (€ 328.000,00), doch is door partijen, met betrekking tot deze
levering, een bedrag groot drie honderd vijfentwintig duizend euro (€ 325.000,00) in de
verrekening gevolgd.
Ter zake van de levering is geen omzetbelasting verschuldigd.
Ter zake van de verkrijging is geen overdrachtsbelasting verschuldigd aangezien Vennoot B bij dezen een beroep doet op vrijstelling als bedoeld in artikel 15, lid 1 onder b van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de toepasselijkheid van die vrijstelling wordt niet door lid 4 van dat artikel 15 uitgesloten.
BETALING OVERNAMESOM/KWIJTING
De verschenen personen, handelend als gemeld, verklaren tenslotte:
- de totale overnamesom, bestaande uit het aandeel van Vennoot A en Vennoot C in het
vermogen van de CV, het Registergoed en rekening houdende met een belastinglatentie
terzake de beëindiging van de CV van vijfendertig procent (35%), bedraagt twee honderd
negenendertig duizend negen honderd vierenvijftig euro (€ 239.954,00), welk bedrag door
Vennoot B is voldaan door storting op een daartoe bestemde kwaliteitsrekening ten name
van [notariskantoor] , bewaarder van deze akte, hierna te
noemen: “Notaris”, waarmee Vennoot B aan zijn verplichting tot betaling heeft voldaan;
- Vennoot A en Vennoot C verlenen Vennoot B kwijting voor diens betalingsverplichtingen.