Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.[partij B] ,
2.
BEAUCHAMP BEHEER B.V.,
1.Waar gaat de zaak over?
2.De procedure
mr. Huijzen hebben namens [partij C] c.s. pleitaantekeningen voorgedragen en overgelegd.
3.De feiten
Als blijk van waardering voor het behaalde resultaat schonk je mij aandelen interxion ter waarde van anderhalfmiljoen gulden. Natuurlijk weet ik dat de markt zwaar ging tegenzitten en dat jij daar niks aan kan doen, maar toch is het dan voor mij redelijk zuur dat ik daar nu 6 jaar later nooit meer iets van gezien heb.”
The number of ordinary shares to be outstanding after this offering is based upon the number of shares outstanding as of September 30, 2010. Except as otherwise indicated, all information in this Prospectus assumes:
On 28 January 2011, the Company issued 16,250 thousand new shares (post reverse stock split) at the New York Stock Exchange under the ticker symbol INXN. Upon completion of the offering, the Company did a reverse stock split 5:1, which resulted in nominal value of € 0,10 per ordinary shares. The 34,808 thousand Preferred Shares were converted into ordinary shares and the Liquidation Price of € 1.00 (post reverse stock split) per Preferred A Share was either paid out in cash or converted in ordinary shares (3.3 million ordinary shares). In 2012, approximately two million (2011: 2.2 million) of options have been exercised.”
Na onze succesvolle onroerend goed operatie was jij zo in je nopjes met het verkregen resultaat dat jij mij spontaan een bonus aanbood van fl. 1.500.000,- in de vorm van aandelen InterXion. Hiervan heb ik nooit iets gezien en ik heb er ook nooit moeilijk over gedaan. Ik realiseer me dat tijden kunnen veranderen en aandelen kunnen dalen en verwateren. Een tegenvaller dus. Maar NUL van de fl. 1.500.000,- is wel erg weinig. Daarentegen heb jij wel een aantal malen jouw ook héél goede kant laten zien door mij te steunen met leningen die mij hebben geholpen in zware tijden en ook nog het voorschieten van leningen aan Anteryon om teveel verwatering voor mij te voorkomen.”
Ik heb mijn best gedaan de zaak tussen ons [b]etreffende de InterXion aandelen in kaart te brengen. Hoewel ik naar mijn mening redelijk dichtbij de juiste getallen zit, kan het best zijn [d]at er nog een verwatering heeft plaatsgevonden waarvan ik geen kennis [h]eb, echter de bestaande cijfers laten aan duidelijkheid niet veel te [w]ensen over. In augustus 2000 gaf jij mij een bonus van fl. 1.500.000,- (= anderhalf miljoen gulden) niet in geld maar aandelen InterXion. [d]eze bonus was het gevolg van een overboeking van fl. 20.000.000,00 ([t]wintig miljoen gulden) naar jou omdat ik er in geslaagd was zowel voor [j]ou als voor mij een succesvolle onroerend goed portefeuille op te [b]ouwen en deze ook nog eens voor een mooie prijs te verkopen. Nu na 18 [j]aar is het tijd om eens tot een afrekening te komen.
Ik heb de hele toedracht van de toegezegde 1,5 mln gld laten onderzoeken en laten berekenen. In 2002 heeft er zo’n grote verwatering plaats gevonden dat de waarde van jouw eventuele pakket een kleine 50m is. Zie hieronder. Dat is alleen gekomen door de crash en het niet doorgaan van de beursgang en het daarna bijna teloorgaan van Interxion. Dit waren allemaal omstandigheden buiten mijn invloedssfeer.
In augustus 2000 heeft Interxion EUR 200 miljoen opgehaald. (…) De waarde per aandeel is daarbij gezet op EUR 13,55.
De door jou aan mij toegekende bonus van fl. 1.500.000,- in InterXion aandelen, die ik mocht ontvangen voor de mooie onroerend goed prestatie die ons bijna 40 miljoen opleverde heeft zo te zien volgens de Fangman reken methode, zwaar te lijden gehad. (….). Ik neem aan dat het OK is dat ik dit na laat gaan, we zijn samen alleen geïnteresseerd in hoe het echt is gegaan. Saai is het dus niet en we hebben genoeg om over te praten.”
Dit ontving ik net van [naam 2] . Het spreekt voor zichzelf zou ik zeggen”. In het e-mailbericht van [naam 2] is onder meer het volgende vermeld:
Wil heb ik alles laten uitzoeken en daar is uit gebleken dat de opgaves die [naam 2] heeft gedaan, volledig kloppen. Het gaat in totaal om € 390.000,- wat in een aantal tranches naar mij toe is gekomen om zaken en privé te kunnen blijven bekostigen. Dit moet worden terugbetaald of verrekenend, naar gelang we tot een oplossing kunnen komen. Maar waren achteraf bezien deze leningen wel nodig?”
Bedankt voor je antwoord.
BB [Beauchamp Beheer; toev. rb] is bereid de tegenwaarde van die aandelen aan [partij A] [ [partij A] ; toev. rb] te crediteren, maar schort de nakoming van haar betalingsverplichting op zolang de leningen die aan [partij A] - zoals door hem uitdrukkelijk erkend - tot een beloop van EUR 390.000 tussen 2011 en 2013 nog niet zijn terugbetaald, althans wordt die betalingsverplichting verrekend met het totaal der geldleningen, waarvan bij deze de terugbetaling wordt verlangd ex artikel 6:38 BW. Voor zover nodig verleent [partij B] [ [partij B] ; toev. Rb] hierbij aan BB een last ter incasso van de uitstaande leningen.”
Mij is recentelijk ter oren gekomen, dat jij in april van dit jaar, een procedure hebt gestart tegen [partij B] . Het schijnt te gaan over een vermeende overeenkomst uit het jaar 2000, over aandelen in de vennootschap Interxion ter waarde van 1.500.000,- gulden, die [partij B] jou gegeven zou moeten hebben.
4.Het geschil
5 april 2018 dan wel de datum van de dagvaarding;
11 juni 2024;
11 juni 2024;
5.De beoordeling
Het feit, dat ik jou een cadeautje deed van 1 1/2 mln hfl., zoals je schrijft, is natuurlijk eigenlijk van de zotte” in combinatie met de zin in de e-mail “
Als ik deze opsomming zo blanc aan [naam 3] laat zien, dan zegt zij ook, je bent helemaal gek en van een andere planeet, en we krijgen er zelfs ruzie over.”. Hieruit volgt, aldus [partij A] , dat [partij B] met zijn echtgenote heeft gesproken over de schenking.
als[partij B] deze opsomming aldus zou hebben laten zien aan zijn echtgenote, zijn echtgenote zou zeggen dat hij gek was en dat ze er dan ruzie over zouden krijgen. Uit de e-mail van 19 juli 2018 volgt dus niet dat [partij B] zijn echtgenote op een zodanige wijze heeft geïnformeerd over de schenking dat zij daadwerkelijk bekend was met de schenkingsovereenkomst.
€ 390.000,00 ziet op de terugbetaling van aan [partij A] geleende gelden. Het bedrag van
€ 390.000,00. [partij B] heeft verwezen naar de e-mail van 23 april 2018 van zijn boekhouder, de heer [naam 2] (zie onder 3.15) en de reactie van [partij A] daarop in zijn e-mail van 7 juli 2018 (zie onder 3.16).
€ 2.500,00 heeft moeten betalen aan de kopers van het appartement, heeft [partij B] verwezen naar de notariële afrekening behorende bij de levering van het appartement, waarop is vermeld “vergoeding i.v.m. uitstel overdracht € 2.500”. [partij A] heeft niet weersproken dat [partij B] later heeft moeten leveren dan was overeengekomen met de kopers. [partij A] heeft evenmin gemotiveerd betwist dat [partij B] daarom het bedrag van € 2.500,00 heeft betaald aan de kopers. Hiermee staat voldoende vast dat de betaling van dit bedrag schade is voor [partij B] als gevolg van de latere levering. De vordering van [partij B] tot betaling van € 2.500,00 aan schadevergoeding wordt dus toegewezen. De gevorderde wettelijke rente vanaf 11 juni 2024 – de datum van de vermeerdering van eis – wordt, als overigens onweersproken, eveneens toegewezen.
6.De beslissing
€ 390.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente volgens artikel 6:119 BW vanaf 30 november 2020 tot de dag van voldoening,
€ 2.500,00 vermeerderd met de wettelijke rente volgens artikel 6:119 BW vanaf 11 juni 2024 tot de dag van voldoening,