Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit, zijn asielaanvraag niet in behandeling genomen zag door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank oordeelde dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser, aangezien hij daar eerder een aanvraag had ingediend. Eiser heeft betoogd dat hij niet veilig naar Kroatië kan worden teruggestuurd vanwege aanhoudende schendingen van mensenrechten en pushbacks aan de buitengrenzen van het land. Hij verwees naar verschillende rapporten die deze schendingen documenteren en stelde dat de minister niet zonder meer op de informatie van de Kroatische autoriteiten mocht vertrouwen.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat zijn situatie anders is dan die van andere Dublinclaimanten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Kroatische autoriteiten in een brief hebben bevestigd dat asielzoekers adequaat worden behandeld en dat er geen aanwijzingen zijn dat eiser bij terugkeer in Kroatië te maken zal krijgen met pushbacks of andere schendingen van zijn rechten. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat eiser geen informatie heeft overgelegd die wijst op fundamentele systeemfouten in de opvangvoorzieningen in Kroatië.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de minister in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de asielaanvraag van eiser niet in behandeling te nemen en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een overdracht aan Kroatië van onevenredige hardheid zouden getuigen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.