ECLI:NL:RBDHA:2024:13689
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsingsbesluit en vrijheidsbeperkende maatregel in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 27 augustus 2024, zijn de beroepen van eiser tegen het plaatsingsbesluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en de vrijheidsbeperkende maatregel van de minister van Asiel en Migratie ongegrond verklaard. Eiser, van Nigeriaanse nationaliteit, was geplaatst in een Handhavings- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen op basis van gedragingen die als onacceptabel en agressief werden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat het COa voldoende had gemotiveerd waarom eiser in de HTL was geplaatst, ondanks dat het Maatregelenbeleid niet in de Staatscourant was gepubliceerd. De rechtbank bevestigde dat er geen sprake was van vrijheidsontneming, maar van vrijheidsbeperking, en dat de huisregels voldoende concreet waren geformuleerd. Eiser had geen recht op schadevergoeding voor de periode van onrechtmatige vrijheidsbeperking, omdat de minister hiervoor compensatie had aangeboden. De rechtbank concludeerde dat de plaatsing in de HTL niet in strijd was met het legaliteitsbeginsel en dat de medische omstandigheden van eiser voldoende waren meegewogen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor het COa om in elke zaak afzonderlijk te motiveren waarom plaatsing in de HTL gerechtvaardigd is, gezien het ontbreken van formele publicatie van het beleid.