ECLI:NL:RBDHA:2024:136
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om overbrenging naar Nederland van eiser uit Afghanistan
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 januari 2024, wordt het beroep van eiser, een Afghan, tegen de afwijzing van zijn verzoek om overbrenging naar Nederland behandeld. Eiser heeft niet deelgenomen aan de acute evacuatiefase en valt niet onder de groepen waarvoor speciale voorzieningen zijn getroffen. De rechtbank oordeelt dat er geen ruimte is voor een individuele belangenafweging. Eiser heeft gewerkt voor een stichting in Afghanistan en heeft verzocht om overbrenging, maar zijn verzoek is afgewezen omdat de stichting niet voldoet aan de criteria voor overbrenging. De rechtbank concludeert dat de minister op goede gronden heeft vastgesteld dat eiser niet binnen de reikwijdte van de in de Kamerbrief omschreven groepen valt. De rechtbank wijst erop dat het beleid van de minister niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel en dat de gemaakte beleidskeuze terughoudend kan worden getoetst. Eiser heeft geen recht op overbrenging, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld in het beleid. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en kent eiser een proceskostenvergoeding toe van € 437,50.