ECLI:NL:RBDHA:2024:13525
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsing in Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) en vrijheidsbeperkende maatregel
Op 26 augustus 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin eiser, een Somalische asielzoeker, beroep heeft ingesteld tegen zijn plaatsing in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) en de vrijheidsbeperkende maatregel die hem is opgelegd. De rechtbank oordeelde dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) op goede gronden heeft besloten tot de plaatsing van eiser in de HTL, gezien zijn eerdere gedragingen die als zeer impactvol zijn gekwalificeerd. Eiser had zich schuldig gemaakt aan meerdere incidenten van geweld en agressie, wat het COa aanleiding gaf om hem in de HTL te plaatsen. De rechtbank concludeerde dat de verslaglegging van deze incidenten door het COa voldoende aannemelijk was en dat er geen reden was om te twijfelen aan de objectiviteit en onpartijdigheid van het COa bij het nemen van het plaatsingsbesluit.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de vrijheidsbeperkende maatregel die aan eiser was opgelegd, rechtmatig was. Eiser had aangevoerd dat de maatregel een onrechtmatige vrijheidsontneming vormde, maar de rechtbank stelde vast dat de HTL een vorm van vrijheidsbeperking is en niet van vrijheidsontneming. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken waarin was geoordeeld dat de beperkingen in de HTL niet in strijd zijn met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank verklaarde de beroepen van eiser ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.