Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 augustus 2024 in de zaak tussen
[naam],
de minister van Asiel en Migratie, de minister
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
29 februari 2024 (ECLI:EU:C:2024:195) en de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Roermond, van 12 juli 2024 (ECLI:NL:RBDHA:2024:10838), naar voren gebracht dat zij van mening zijn dat nader onderzoek naar de situatie in Kroatië moet worden gedaan. Verder is betoogd dat apart dient te worden gemotiveerd of op grond van artikel 17 van de Dublinverordening de behandeling door verweerder aan zich dient te worden getrokken. Ter onderbouwing is gewezen op informatie van het Centre for Peace Studies (CPS) van 19 januari 2024 die is genoemd in de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Amsterdam, van 17 juli 2024 (NL24.22621). Ook is gewezen op een brief van Vluchtelingenwerk van 8 augustus 2024 waarin onder meer wordt gewezen op de rapporten van Asylum Information Database (AIDA) van 10 juli 2024 en het Danish Refugee Council (DRC) van juni 2024 en inspecties van de opvangcentra uit 2023. Voorts wijzen verzoekers op de leeftijd en medische situatie van verzoekster.
“CPS merkt op dat het niet bekend is of er asielzoekers of Dublinterugkeerders zijn die geen toegang kregen tot huisvesting. Volgens CPS zijn de huisvestingsomstandigheden in het voorjaar 2024 stabieler en niet overbevolkt (productie 4, blz. 27).”Verzoekers hebben in het verzoekschrift niet gewezen op stukken die ingaan op de huidige situatie of gesteld dat die anders is dan de situatie die in de reeds gevoerde procedure kon worden voorgelegd. In ieder geval is onvoldoende onderbouwing gegeven om te kunnen concluderen dat is voldaan aan het onder 3. geschetste toetsingskader.