ECLI:NL:RBDHA:2024:12255
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.L.M. Steinebach - de Wit
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en artikel 17 van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 29 juli 2024, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Nigeriaanse nationaliteit, had op 16 december 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht op basis van de Dublinverordening. Eiser betoogde dat er in Frankrijk systematische tekortkomingen zijn in de asielprocedure en opvangvoorzieningen, wat een risico voor hem zou betekenen. De rechtbank oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de asielaanvraag niet in behandeling is genomen en dat de situatie in Frankrijk niet zodanig is dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden toegepast. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, of om eiser op te nemen in de nationale procedure. Tevens wordt de minister veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.750,-.