In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep van een alleenstaande vrouw van Soedanese nationaliteit, die samen met haar baby asiel heeft aangevraagd in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk volgens de Dublinverordening verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 17 augustus 2023, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk. Eiseres voerde aan dat een gedwongen terugkeer naar Frankrijk zou leiden tot refoulement naar Soedan, waar zij wordt gezocht. Ook vreesde zij voor detentie bij terugkeer naar Frankrijk en stelde dat er een reëel risico bestond dat zij en haar baby geen opvang zouden krijgen in Frankrijk.
De rechtbank oordeelde dat de garanties van Frankrijk om de asielaanvraag in behandeling te nemen onvoldoende waren om aan te nemen dat er geen risico op refoulement zou zijn. De rechtbank constateerde dat er in Frankrijk een tekort aan opvangplaatsen is, wat een reëel risico voor eiseres en haar baby met zich meebrengt. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werden de proceskosten aan eiseres toegewezen.