Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer 1], eiser
[eiseres 2], V-nummer: [V-nummer 3], eiseres 2 (hierna tezamen genoemd: eisers)
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van drie eisers tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvragen werden afgewezen op 4 november 2021, en de bestreden besluiten van 31 juli 2023 bevestigden deze afwijzing. De rechtbank heeft de beroepen op 18 juni 2024 behandeld, waarbij de eisers, hun referent en de gemachtigden aanwezig waren. De eisers, van Syrische nationaliteit, zijn de dochters van een referent die asiel heeft gekregen in Nederland. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM, omdat de eisers niet voldoen aan de vereisten van het jongvolwassenenbeleid. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvragen terecht heeft afgewezen, omdat er geen bijkomende elementen van afhankelijkheid zijn aangetoond. De rechtbank wijst erop dat de hoorplicht niet is geschonden, aangezien de referent wel is gehoord. De beroepen worden ongegrond verklaard, wat betekent dat de bestreden besluiten in stand blijven en de eisers geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangen.