8.2De rechtbank overweegt als volgt. Hoewel ook uit de verklaringen van eiseres en [dochter] tijdens de hoorzitting blijkt dat [dochter] in een moeilijke situatie verkeert en dat referente en eiseres het hier lastig mee hebben, heeft de staatssecretaris zich op het standpunt mogen stellen dat dit niet voldoende is om aan te nemen dat sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie met referente. Zoals de staatssecretaris terecht heeft gesteld blijkt uit de verklaringen van [dochter] dat zij wel in staat is zelfstandig te functioneren en geen voortdurende zorg nodig heeft. Dat dit anders zou zijn volgt niet uit de verklaringen van eiseres en [dochter] , noch uit de medische informatie die is overgelegd. Zo blijkt uit de verklaringen dat [dochter] in staat is haar zoon dagelijks te verzorgen en dat het nu iets beter gaat, ondanks de moeilijke levensomstandigheden. Zij was ook in staat om zelfstandig op bedevaart te gaan, waarbij ze haar zoon heeft achtergelaten bij de kennis bij wie ze inwoont. Bovendien blijkt uit haar verklaringen dat er derden zijn die haar kunnen helpen, zoals de kennis bij wie zij inwoont. Zij heeft ook toegang tot medische zorg en ondergaat een behandeling. De staatssecretaris heeft – in tegenstelling tot wat eiseres stelt – ook beoordeeld of sprake is van emotionele afhankelijkheid. In dat verband heeft de staatssecretaris kunnen stellen dat de omstandigheid dat eiseres en [dochter] elkaar missen en dat eiseres zich zorgen maakt en haar wil helpen naar een veilige plek, heel begrijpelijk is. Tegelijkertijd is de rechtbank het met de staatssecretaris eens dat dit niet voldoende is om een verdergaande emotionele afhankelijkheid aan te nemen, die de gebruikelijke banden ontstijgt. Dat eiseres en [dochter] nog enige tijd hebben samengewoond is ook meegewogen, maar de rechtbank vindt dat de staatssecretaris hieraan geen bijzonder belang hoefde te hechten in deze beoordeling. Die omstandigheid betekent namelijk op zichzelf niet dat daardoor een meer dan gebruikelijke afhankelijkheid bestond op het peilmoment.
Met betrekking tot de financiële afhankelijkheid begrijpt de rechtbank dat de staatssecretaris heeft bedoeld dat dit niet is onderbouwd en ook als wel sprake is van financiële afhankelijkheid, die steun op afstand kan worden voortgezet. De rechtbank is het daarmee eens.
9. Ook heeft de staatssecretaris zich terecht op het standpunt gesteld dat in het kader van nareis geen ruimte is voor een belangenafweging in het kader van artikel 8 van het EVRM. Het gaat namelijk in het kader van nareis alleen om de vraag of sprake is van gezinsleven zoals bedoeld in artikel 8 van het EVRM. De belangenafweging speelt een rol bij de vraag of die bepaling noopt tot verlening van een verblijfsvergunning, maar dat is een ander verblijfsdoel. De beroepsgrond slaagt daarom niet.
10. Dit betekent dat de rechtbank van oordeel is dat de staatssecretaris zich op het standpunt heeft mogen stellen dat [dochter] niet feitelijk behoort tot het gezin van eiseres. Daarmee voldoet [dochter] niet aan de voorwaarden voor een mvv in het kader van nareis en heeft de staatssecretaris de aanvraag van eiseres mogen afwijzen.
De aanvraag ten behoeve van [(klein)zoon]
11. De staatssecretaris heeft aangenomen dat er tussen eiseres en [(klein)zoon] gezinsleven bestaat in de zin van artikel 8 van het EVRM. De staatssecretaris vindt echter dat de belangenafweging niet doorslaat in het belang van [(klein)zoon] en heeft daarom de aanvraag afgewezen. De staatssecretaris heeft daarbij in het voordeel van [(klein)zoon] meegewogen dat hij een geldig document tot grensoverschrijding heeft en dat sprake is van een objectieve belemmering om het gezinsleven in Syrië uit te oefenen. Tegelijkertijd heeft de staatssecretaris in het nadeel van [(klein)zoon] meegewogen dat eiseres een bijstandsuitkering ontvangt en dat [(klein)zoon] jarenlang ten laste zal komen van de openbare kas. Verder is sprake van een eerste toelating, wat in het nadeel van [(klein)zoon] is meegewogen. Er is volgens de staatssecretaris geen sprake van dusdanig bijzondere omstandigheden dat daarom een positieve verplichting op de staatssecretaris rust tot toelating van [(klein)zoon] . Er is contact via de telefoon en dat contact kan voortgezet worden. Verder is niet gebleken dat [(klein)zoon] specifiek van eiseres afhankelijk is. Uit de verklaringen van [dochter] blijkt dat zij in staat is om voor [(klein)zoon] te zorgen. De asielgerelateerde aspecten zijn betrokken bij de beoordeling van de objectieve belemmering. Verder vallen deze buiten dit beoordelingskader. Ook in het nadeel is meegewogen dat [(klein)zoon] geen sterke banden heeft met Nederland. Verder wijst de staatssecretaris erop dat artikel 8 van het EVRM niet strekt tot bescherming van sociaal-economische belangen. Tot slot heeft de staatssecretaris betrokken dat het in het belang van [(klein)zoon] is om bij zijn moeder te blijven en haar aanvraag is afgewezen.
12. Eiseres is het daar niet mee eens en stelt dat de staatssecretaris niet de nodige kennis heeft vergaard omtrent de relevante feiten en omstandigheden en zich daardoor geen goed beeld heeft kunnen vormen. Het besluit is volgens eiseres op dit punt in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Verder heeft de staatssecretaris volgens eiseres de verschillende elementen niet in onderlinge samenhang beoordeeld. De rechtbank begrijpt dat eiseres stelt dat de staatssecretaris niet goed heeft gemotiveerd waarom de elementen die in het voordeel van [(klein)zoon] wegen niet doorslaggevend zijn. Verder blijkt volgens eiseres uit de jurisprudentie dat economische belangen niet de enige doorslaggevende belangen zijn. De staatssecretaris heeft niet erkend dat de aard en intensiteit van het gezinsleven samen met de bijzondere omstandigheden maken dat [(klein)zoon] bij eiseres moet verblijven. Het belang van [(klein)zoon] staat voorop en het is in zijn belang om in Nederland te leven in een gezonde omgeving waar hij familieleven heeft, namelijk met eiseres, zijn opa en zijn moeder. Tijdens de zitting is namens eiseres nog gesteld dat de afwijzing van de aanvraag van de moeder van [(klein)zoon] los zou moeten staan van de beoordeling van zijn aanvraag. Het belang van [(klein)zoon] is om in een veilige omgeving op te groeien, waar hij naar school kan, zoals in Nederland. Verder heeft de staatssecretaris volgens eiseres de objectieve belemmering om het gezinsleven in Syrië uit te oefenen onvoldoende zwaarwegend gevonden. Tot slot stelt eiseres dat ten onrechte asielgerelateerde aspecten niet zijn meegenomen in de belangenafweging.