Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], hierna: eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
De IND verleent een vergunning aan de vreemdeling die zich gedurende de periode van verblijf in Nederland niet langer dan een aaneengesloten periode van drie maanden heeft onttrokken aan het toezicht van IND, DT&V, COA of AVIM (in het kader van de meldplicht)(paragraaf B9/6.5 van de Vc). Aan het begrip ‘onttrekken aan het toezicht’ wordt door verweerder – rechtmatig (zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) van 4 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:650) – de betekenis ‘uit beeld zijn’ toegekend. ‘Voorwaarde c’ van de Afsluitingsregeling wordt ook het ‘in beeldcriterium’ genoemd. ‘Contra-indicatie e’ van de Afsluitingsregeling luidt:
De IND verleent de vergunning niet als bij de hoofdpersoon of een gezinslid op het moment van de beoordeling sprake is van de volgende contra-indicaties: de vreemdeling is niet beschikbaar geweest in het kader van vertrek(paragraaf B9/6.6 van de Vc). Dit wordt ook het ‘beschikbaarheidscriterium’ genoemd. Verweerder wijst de aanvraag alleen af wegens het niet voldoen aan ‘voorwaarde c’ van de Afsluitingsregeling als ook ‘contra-indicatie e’ van de Afsluitingsregeling zich voordoet.