ECLI:NL:RBDHA:2024:10904
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 10 juni 2024 niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 5 juli 2024 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft. De rechtbank legt uit dat de Europese Unie gezamenlijke regelgeving heeft over het in behandeling nemen van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. Deze verordening stelt dat de minister een asielaanvraag niet in behandeling neemt als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om terugname aan Duitsland gedaan, dat is aanvaard.
Eiser voert aan dat de minister niet kan uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Duitsland, omdat hij na overdracht geen adequate opvangvoorziening zal krijgen. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij na overdracht persoonlijk te maken krijgt met een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en rapporten die geen structurele tekortkomingen in de opvang in Duitsland aantonen. Eiser heeft ook niet onderbouwd dat hij bijzonder kwetsbaar is, en de rechtbank concludeert dat de minister geen aanleiding had om de asielaanvraag op grond van bijzondere omstandigheden in behandeling te nemen.
De rechtbank besluit dat het beroep ongegrond is en dat de asielaanvraag van eiser terecht niet in behandeling is genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.