ECLI:NL:RBDHA:2023:863
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag NOW-6 door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2023 uitspraak gedaan in het beroep van One Infinity United B.V. tegen de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een subsidie op grond van de Zesde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW6), welke aanvraag door de minister was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de loonsom van oktober 2021, die als referentiemaand werd gebruikt. Eiseres was het niet eens met deze keuze en stelde dat dit willekeurig was en haar onevenredig benadeelde.
De rechtbank heeft het beroep behandeld en geconcludeerd dat de keuze voor oktober 2021 als referentiemaand niet willekeurig was, maar een bewuste beslissing van de minister om misbruik te voorkomen. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep, die stelt dat een algemeen verbindend voorschrift kan worden getoetst op rechtmatigheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de NOW6 een regeling is die weinig ruimte biedt voor maatwerk en dat de minister bij de totstandkoming ervan veel beslissingsruimte heeft.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen en dat het beroep ongegrond is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.