ECLI:NL:RBDHA:2023:8460
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan luchtvaartmaatschappij wegens overtreding van Verordening 261/2004 met betrekking tot terugbetaling van vliegtickets na annulering
Op 6 juni 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin een luchtvaartmaatschappij, eiseres, een bestuurlijke boete van € 22.400,- is opgelegd wegens overtreding van de Verordening (EG) nr. 261/2004. Deze boete is opgelegd naar aanleiding van meldingen van passagiers die geen terugbetaling van hun vliegtickets hebben ontvangen na annulering van hun vluchten door de luchtvaartmaatschappij, die via een tussenpersoon waren geboekt. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft vastgesteld dat de luchtvaartmaatschappij stelselmatig haar verplichtingen niet nakwam, wat leidde tot het boetebesluit. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat de ILT terecht had gehandeld. De rechtbank benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor terugbetaling bij de luchtvaartmaatschappij ligt, ook als de tickets via een tussenpersoon zijn geboekt. Eiseres voerde aan dat zij niet verwijtbaar was en dat de hoogte van de boete onevenredig was, maar de rechtbank verwierp deze argumenten. De rechtbank concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen grond was voor matiging. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor luchtvaartmaatschappijen om hun verplichtingen jegens passagiers serieus te nemen, vooral in het licht van de bescherming die de Verordening biedt.