ECLI:NL:RBDHA:2023:6134
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag om afgifte van een document voor duurzaam verblijfsrecht als burger van de Unie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2023, betreft het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een document dat haar duurzaam verblijfsrecht als burger van de Unie bevestigt. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had deze aanvraag afgewezen, met als argument dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van dat verblijfsrecht. Eiseres had echter expliciet een beroep gedaan op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), wat de staatssecretaris niet had meegenomen in zijn beoordeling. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom hij geen ambtshalve toetsing heeft uitgevoerd op basis van artikel 8 EVRM, ondanks zijn bevoegdheid daartoe. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en verplicht de staatssecretaris om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij hij de belangen van eiseres in het kader van artikel 8 EVRM moet afwegen. Tevens wordt de staatssecretaris veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.674,-, en het griffierecht van € 184,-.