Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
.
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 april 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Indiase nationaliteit. De eiser had op 12 maart 2023 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, welke op 17 maart 2023 werd opgeheven. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft de zaak op 20 maart 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding, nu de bewaring was opgeheven. De rechtbank heeft overwogen dat de tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was, omdat de termijn van zes uur, zoals bedoeld in de Vreemdelingenwet, niet was overschreden. Eiser had zich op 12 maart 2023 om 09:00 uur uit een strafrechtelijk traject laten overnemen door de vreemdelingendienst en was om 15:45 uur in bewaring gesteld, wat binnen de wettelijke termijn viel.
Daarnaast heeft de rechtbank de beroepsgronden van eiser, waaronder de stelling dat er onvoldoende gronden waren voor de maatregel van bewaring, verworpen. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende gronden had om de maatregel op te leggen, gezien de omstandigheden waaronder eiser Nederland was binnengekomen en het gebruik van vervalste documenten. De rechtbank concludeerde dat er geen andere, minder dwingende maatregelen dan inbewaringstelling effectief konden zijn, gezien de situatie van eiser en zijn intenties om illegaal door te reizen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 24 april 2023.