ECLI:NL:RBDHA:2023:6079
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van een Marokkaanse vreemdeling en de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 april 2023 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring van een Marokkaanse vreemdeling. De eiser, geboren op een onbekende datum en met een V-nummer, had beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel van bewaring die op 31 januari 2023 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 21 april 2023, waarbij de eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de verweerder zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig was, zoals eerder vastgesteld in een uitspraak van 16 februari 2023. De rechtbank heeft geen aanknopingspunten gevonden voor het oordeel dat het zicht op uitzetting naar Marokko ontbreekt. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de verweerder voortvarend heeft gehandeld in de uitzettingsprocedure, ondanks dat er geen afschriften van rappellen aan het procesdossier waren toegevoegd. De rechtbank concludeert dat de eiser niet actief meewerkt aan zijn uitzetting, wat bijdraagt aan de voortduur van de maatregel van bewaring.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J. Boerlage-van den Bosch, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.