In deze zaak vordert de Republiek India de vernietiging van een arbitraal bevoegdheidsvonnis dat is gewezen in een arbitrageprocedure tegen Khaitan Holdings (Mauritius) Limited (KHML). De arbitrageprocedure is gestart op 1 oktober 2013 en betreft een geschil over de uitgifte van een vergunning aan Loop Telecom voor mobiele telecommunicatie in India. India heeft zich in de arbitrageprocedure verweerd tegen de bevoegdheid van het scheidsgerecht, maar deze verweren zijn afgewezen. India heeft vervolgens een wrakingsverzoek ingediend tegen arbiter Francis Xavier, dat door de president van het Internationaal Gerechtshof is gehonoreerd vanwege gerechtvaardigde twijfel aan zijn onpartijdigheid.
De rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat India niet-ontvankelijk is in haar vordering tot vernietiging van het arbitraal bevoegdheidsvonnis. De rechtbank stelt vast dat volgens de wet een vernietigingsprocedure tegen een arbitraal vonnis betreffende bevoegdheid in beginsel slechts kan worden ingesteld tegelijk met een vernietigingsprocedure tegen een daaropvolgend eindvonnis. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat van deze hoofdregel wordt afgeweken. De omstandigheid dat de stem van Xavier beslissend was voor de afwijzing van twee van de bevoegdheidsverweren van India, maakt dit niet anders. India wordt veroordeeld in de proceskosten van KHML, die zijn begroot op € 1.802,00.