Uitspraak
gevestigd te Hoogerheide, gemeente Woensdrecht,
gevestigd te [vestigingsplaats],
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
14 februari 2014.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 februari 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door TOTAL PACKAGING PRODUCTIONS B.V., als rechtsopvolgster van Pack-O-Phane B.V. De zaak betreft een geschil over een aannemingsovereenkomst voor de bouw van een kokermachine, waarbij de betekenis van de garantie op de productiesnelheid van de machine centraal staat. De eiseres, Pack-O-Phane, stelde dat de garantie op de productiesnelheid niet kon worden ingeroepen, omdat deze contractueel was uitgesloten. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling gekeken naar de bewijswaardering van de partijgetuigenverklaring en de tegenbewijsopdracht die aan de verweerster was gegeven. Tevens werd de vraag behandeld of de garantie op de productiesnelheid een beroep op artikel 7:760 BW uitsluit.
De Hoge Raad heeft de eerdere arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op 15 november 2011 en 4 september 2012 waren gewezen, bekrachtigd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatiemiddel waren aangevoerd, niet tot cassatie konden leiden. Dit werd onderbouwd met de overweging dat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist door artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast heeft de Hoge Raad de vordering van de verweerster tot veroordeling van Pack-O-Phane in de kosten van het cassatieberoep, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente, toegewezen. De Hoge Raad oordeelde dat er geen grond was voor veroordeling in de nakosten, aangezien de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert. De wettelijke rente over de proceskosten werd toegewezen, omdat hiertegen geen verweer was gevoerd. De totale kosten aan de zijde van de verweerster werden begroot op € 6.118,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze proceskosten vanaf veertien dagen na de uitspraak.