ECLI:NL:RBDHA:2023:4956

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
C/09/629259 / FA RK 22-2997
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van familierechtelijke betrekkingen en wijziging van geslachtsnaam in het kader van draagmoederschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 maart 2023 een beschikking gegeven in een draagmoederschapszaak. Verzoekers, een homoseksueel paar, hebben in de Verenigde Staten een draagmoederschapstraject doorlopen en zijn de biologische ouders van twee kinderen, geboren uit een draagmoeder. De rechtbank heeft de verzoeken van de verzoekers beoordeeld, waarbij de rechtsgeldigheid van de Amerikaanse rechterlijke beslissingen ter erkenning van de familierechtelijke betrekkingen en de wijziging van de geslachtsnaam van de kinderen aan de orde kwam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Amerikaanse beslissingen, die de familierechtelijke betrekkingen tussen de verzoekers en de kinderen vaststelden, van rechtswege in Nederland worden erkend. Dit is gebaseerd op de erkenningsregeling in het Nederlandse recht, waarbij buitenlandse rechterlijke beslissingen worden erkend, tenzij er sprake is van onvoldoende rechtsmacht, gebrekkige rechtspleging of strijdigheid met de openbare orde. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de Amerikaanse beslissingen voldoen aan deze voorwaarden en dat de belangen van de kinderen en de draagmoeder voldoende zijn gewaarborgd. Daarnaast heeft de rechtbank de wijziging van de geslachtsnaam van de kinderen erkend, op basis van de Franse rechterlijke beslissingen, die ook in Nederland van rechtswege uitvoerbaar zijn. De rechtbank heeft de verzoeken van de verzoekers toegewezen en verklaard dat de familierechtelijke betrekkingen en de geslachtsnaam van de kinderen in Nederland erkend worden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 22-2997
Zaaknummer: C/09/629259
Datum beschikking: 21 maart 2023

Beschikking op het op 2 mei 2022 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoeker01] en [verzoeker02] ,

verzoekers, hierna afzonderlijk [verzoeker01] en [verzoeker02] ,
wonende te [woonplaats01] ,
advocaat mr. J.H. van der Tol te Amsterdam.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] ,
zetelend te [plaats01] ,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft de behandeling van de verzoeken in deze zaak pro forma aangehouden tot 1 september 2022 in afwachting van de beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad in vergelijkbare bij deze rechtbank eerder aanhangige zaken. De rechtbank heeft hierbij verwezen naar de beschikkingen van deze rechtbank van 17 december 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:13949 en ECLI:NL:RBDHA:2021:13950.
De Hoge Raad heeft bij arrest van 13 mei 2022 (ECLI:NL:HR:2022:685) zijn prejudiciële beslissing gegeven. De Hoge Raad heeft afgezien van beantwoording van de gestelde prejudiciële vragen. In rechtsoverweging 3.4 heeft de Hoge Raad het volgende overwogen:
“Zolang een wettelijke regeling ontbreekt, is het aan de rechter om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen, met inbegrip van de mogelijkheid om de beslissing op het verzoek aan te houden. Het staat de rechter vrij om bij de beantwoording van vragen over de erkenning van een buitenlandse rechterlijke beslissing of een buitenlandse akte waarbij afstammingsrechtelijke relaties zijn vastgesteld tussen het kind en de wensouders, overeenkomstige toepassing te geven aan de art. 10:100 en 10:101 BW.”
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • het bericht van 20 mei 2022 van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad);
  • het bericht van 24 mei 2022, met bijlagen, van verzoekers;
  • het bericht van 21 juni 2022 van de ambtenaar;
  • het bericht van 19 juli 2022 van de ambtenaar;
  • het bericht van 16 augustus 2022 van verzoekers;
  • het raadsrapport van 31 augustus 2022, kenmerk [kenmerk01] ;
  • het bericht van 9 september 2022 van verzoekers;
  • het bericht van 13 september 2022 van de ambtenaar;
  • het bericht van 20 september 2022 van de ambtenaar;
  • het bericht van 6 december 2022, met bijlage, van de ambtenaar.
Op 13 december 2022 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoekers, bijgestaan door hun advocaat en vergezeld door een tolk [tolk] , en [naam01] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
Van de zijde van verzoekers zijn op de zitting twee verklaringen van artsen overgelegd (van [naam02] van [datum01] 2021 en [naam03] van [datum02] 2021).
De ambtenaar heeft op 6 december 2022 aangegeven niet op de zitting te zullen verschijnen.
Na de zitting heeft de rechtbank het bericht van 16 februari 2023, met bijlagen, van verzoekers ontvangen.

Feiten

  • Verzoekers, beiden van het mannelijk geslacht, zijn op [datum huwelijk01] 2016 te [plaats huwelijk01] bij de Franse ambassade met elkaar gehuwd.
  • Verzoekers hebben gekozen voor een draagmoederschapstraject in de Verenigde Staten van Amerika. Verzoekers zijn in contact gekomen met [naam04] . Zij is gehuwd met [naam05] . Verzoekers hebben op 12 december 2013 met [naam04] en [naam05] een draagmoederschapsovereenkomst gesloten.
  • Verzoekers hebben vervolgens op [datum03] 2014 respectievelijk [datum04] 2014 een eiceldonorovereenkomst gesloten met [naam06] .
  • [naam04] , de draagmoeder, is na een in-vitrofertilisatie (ivf) behandeling in verwachting geraakt. Hierbij is blijkens de verklaring van [datum02] 2021 van [naam03] van het [fertility center01] gebruik gemaakt van een zaadcel van [verzoeker02] . Blijkens een aanvullende ongedateerde verklaring van [naam03] is er gebruik gemaakt van een eicel van donor [naam06] [kenmerk02] .
  • Op [geboortedatum01] 2014 is uit de draagmoeder in [geboorteplaats01] , Verenigde Staten van Amerika, geboren: [minderjarige01] .
  • Verzoekers, de draagmoeder en de man van de draagmoeder hebben op [datum05] danwel [datum06] 2015 opnieuw een draagmoederschapsovereenkomst gesloten.
  • Verzoekers en [naam06] hebben op [datum07] 2015 respectievelijk [datum08] 2015 opnieuw een eiceldonorovereenkomst gesloten.
  • De draagmoeder is wederom via hoogtechnologisch draagmoederschap in verwachting geraakt. Blijkens de verklaring van [datum01] 2021 van [naam02] van het [kliniek01] te [plaats02] is hierbij gebruik gemaakt van een zaadcel van [verzoeker01] .
  • Op [geboortedatum02] 2017 is uit de draagmoeder te [geboorteplaats01] , Verenigde Staten van Amerika, geboren: [minderjarige02] .
  • In een “ORDER DETERMINING PATERNITY” van de Circuit Court of the [nummer01] Judicial Circuit in and for [plaats03] , [staat01] (hierna: “Circuit Court”) van [datum09] 2015, zaaknummer [zaaknummer01] , voorzien van een apostille conform het Verdrag van ’s-Gravenhage van 5 oktober 1961, is – voor zover hier van belang – bepaald:

“ORDERED AND ADJUDGED that the Office of Vital Statistics, pursuant to [nummer] , [staat01] Statutes, is required and directed to prepare a birth certificate for the Child, [minderjarige01] , whose date of birth is [geboortedatum01] , 2014, reflecting that the Child’s father is [verzoeker02] . This Order shall be fully complied with whether issued before or after the birth of the child.”

- In een “FINAL JUDGMENT TERMINATING PARENTAL RIGHTS” van de Circuit Court van [datum10] 2015, zaaknummer [zaaknummer02] , voorzien van een apostille conform het Verdrag van ’s-Gravenhage van 5 oktober 1961, is – voor zover hier van belang – bepaald:

“The parental rights of the Birth Mother, [naam04] to the minor Child, [minderjarige01] , are herein terminated, and the Office of Vital Statistics is directed to remove [naam04] ’s name from the child’s birth certificate.”

- In een “FINAL JUDGMENT OF STEPPARENT ADOPTION” van de Circuit Court van [datum11] 2017, zaaknummer [zaaknummer03] , voorzien van een apostille conform het Verdrag van ’s-Gravenhage van 5 oktober 1961, is – voor zover hier van belang – : bepaald:

“IT IS ADJUDGED:

The minor Child subject to the Petition is declared to be the legal child of Co-Petitioner, [verzoeker01] .
The minor Child shall be the legal heir of Co-Petitioner, [verzoeker01] , and shall be entitled to all rights and privileges and subject to all of the obligations of children born of Petitioner.
The parental rights of the birth mother were previously terminated by order of this Court. [verzoeker02] retains his parental rights.
The Final Judgment of Adoption creates a relationship between the adoptee and Co-Petitioner [verzoeker01] and all relatives of Petitioner that would have existed if the adoptee was a blood descendant of the Co-Petitioner, born within wedlock, entitled to all rights and privileges thereof and subject to all the obligations of a child being born of Co-Petitioner [verzoeker01] .
[minderjarige01] ’s name shall not change and by such name shall he continue to be known.
The Clerk is directed to complete a “Certified Statement of Final Decree of Adoption” ( [kenmerk03] ), and then transmit said paperwork to the Division of Vital statistics, for issuance of a new birth certificate for the Child identifying [verzoeker02] and [verzoeker01] as Parents. (…)”
  • Blijkens de Amerikaanse “CERTIFICATION OF BIRTH, STATE FILE NUMBER: [nummer02] , DATE FILED: [datum12] , 2014, en DATE ISSUED: [datum13] , 2017, is [minderjarige01] op [geboortedatum01] 2014 geboren en zijn verzoekers zijn ouders.
  • In een Jugement van [beschikkingsdatum01] 2018 van de TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE DE [plaats04] , zaaknummer [zaaknummer04] is het volgende bepaald:
“Déclare exécutoire sur le territoire français le jugement définitif d'adoption coparentale en date du [datum14] 2017 rendu par la division de la famille de la cour de circuit du 11ème circuit judiciaire, comté de [plaats03] , Etat de [staat01] (Etats-Unis d'Amérique), accordant les mêmes droits et devoirs parentaux irrévocables à [verzoeker02] et [verzoeker01] sur l 'enfant [minderjarige01] ,
Dit que la décision produira en France les effets d’une adoption plénière,
Dit que [verzoeker02] et [verzoeker01] ont fait choix pour l’ enfant [minderjarige01] du nom [geslachtsnaam01] (…).”
  • Blijkens de Franse “COPIE D’ACTE DE NAISSANCE” van [datum15] 2021 is [minderjarige01] geboren op [geboortedatum01] 2014 en zijn verzoekers zijn ouders.
  • In een “ORDER DETERMINING PATERNITY” van de Circuit Court van [datum16] 2017, zaaknummer [zaaknummer05] , voorzien van een apostille conform het Verdrag van ’s-Gravenhage van 5 oktober 1961, is – voor zover hier van belang – bepaald:

“ORDERED AND ADJUDGED that the Office of Vital Statistics, pursuant to [nummer] , [staat01] Statutes, is required and directed to prepare a birth certificate for [minderjarige02] , who was born on July 19, 2017, reflecting that the Child’s father is [verzoeker01] . This Order shall be fully complied with.”

- In een “FINAL JUDGMENT TERMINATING PARENTAL RIGHTS” van de Circuit Court van [datum16] 2017, zaaknummer [zaaknummer06] , voorzien van een apostille conform het Verdrag van ’s-Gravenhage van 5 oktober 1961, is – voor zover hier van belang bepaald:

“The parental rights of the Birth Mother, [naam04] (born “ [naam04] ”) to the minor Child, [minderjarige02] , are herein terminated, and the Office of Vital Statistics is directed to remove [naam04] ’s name from the child’s birth certificate, leaving only [verzoeker01] as parent.”

- In een “FINAL JUDGMENT OF STEPPARENT ADOPTION” van de Circuit Court van [datum17] 2017, zaaknummer [zaaknummer07] , voorzien van een apostille conform het Verdrag van ’s-Gravenhage van 5 oktober 1961, is – voor zover hier van belang – : bepaald:

“IT IS ADJUDGED:

The minor Child subject to the Petition is declared to be the legal child of Co-Petitioner, [verzoeker02] .
The minor Child shall be the legal heir of Co-Petitioner, [verzoeker02] , and shall be entitled to all rights and privileges and subject to all of the obligations of children born of Petitioner.
The parental rights of the birth mother were previously terminated by order of this Court. [verzoeker01] retains his parental rights.
This Final Judgment of Adoption creates a relationship between the adoptee and Co-Petitioner [verzoeker02] and all relatives of Petitioner that would have existed if the adoptee was a blood descendant of the Co-Petitioner, born within wedlock, entitled to all rights and privileges thereof and subject to all the obligations of a child being born of Co-Petitioner [verzoeker02] . This adoption is irrevocable.
[minderjarige02] ’s name shall not change and by such name shall she continue to be known.
The Clerk is directed to complete a “Certified Statement of Final Decree of Adoption” (DH Form 527), and then transmit said paperwork to the Division of Vital statistics, for issuance of a new birth certificate of the Child identifying [verzoeker01] and [verzoeker02] as Parents. (…)”
  • Blijkens de Amerikaanse “CERTIFICATION OF BIRTH, STATE FILE NUMBER: [nummer03] , DATE FILED: [datum18] , 2017, en DATE ISSUED: [datum19] , 2017 is [minderjarige02] op [geboortedatum02] 2017 geboren en zijn verzoekers haar ouders.
  • In een Jugement van [datum20] 2018 van de TRIBUNAL DE GRANDE INSTANCE DE [plaats04] , zaaknummer [zaaknummer08] is het volgende bepaald:
“Déclare exécutoire sur le territoire français le jugement définitif d’adoption coparentale en date du [datum17] 2017 rendu par la division de la famille de la cour de circuit du [nummer01] circuit judiciaire, comté de [plaats03] , Etat de [staat01] (Etats-Unis d'Amérique), accordant les mêmes droits et devoirs parentaux irrévocables à [verzoeker02] et [verzoeker01] sur l 'enfant [minderjarige02] ,
Dit que la décision produira en France les effets d’une adoption plénière,
Dit que [verzoeker02] et [verzoeker01] ont fait choix pour l’ enfant [minderjarige02] du nom [geslachtsnaam01] (…).”
  • Blijkens de Franse “COPIE D’ACTE DE NAISSANCE” van [datum21] 2021 is [minderjarige02] geboren op [geboortedatum02] 2017 en zijn verzoekers haar ouders.
  • Uit DNA-rapport van [datum22] 2023 van het DDC blijkt dat [verzoeker02] met een waarschijnlijkheid van 99,9998% de biologische vader van [minderjarige01] is.
  • Uit het DNA-rapport van [datum22] 2023 van het DDC blijkt dat [verzoeker01] met een waarschijnlijkheid van 99,99999999% de biologische vader van [minderjarige02] is.
  • Verzoekers, [minderjarige01] en [minderjarige02] bezitten de Franse nationaliteit.

Verzoeken

Het verzoekschrift strekt er – naar de rechtbank begrijpt – toe:
de rechtsgeldigheid van de overgelegde geboorteaktes te verklaren en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] te gelasten de Amerikaanse geboorteaktes van de minderjarige kinderen zoals overgelegd als productie 8, 10, 15 en 17 op te nemen in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] ;
indien het verzoek onder ‘I’ wordt afgewezen: de geboortegegevens van de minderjarigen op grond van artikel 1:25c BW vast te stellen conform punt II van het verzoekschrift voor het opmaken van een geboorteakte, dan wel zodanig als de rechtbank redelijk en passend acht;
in het geval van toewijzing van het genoemde onder ‘II’: de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] te gelasten de door de rechtbank vast te stellen geboortegegevens van de minderjarige kinderen aan te tekenen in het register van geboorte van de gemeente [plaats05] ;
in alle gevallen: voor recht te verklaren dat op grond van de hierna te noemen beslissingen het juridisch ouderschap van verzoekers over [minderjarige01] en [minderjarige02] is komen vast te staan:
ten aanzien van [minderjarige01] :
  • Beschikking van [datum09] 2015 van de Circuit Court for the [nummer01] Judicial Circuit in and for [plaats03] , [staat01] (VS) met nummer [zaaknummer01] waarin het vaderschap van [verzoeker02] over [minderjarige01] is vastgesteld (productie 4);
  • Beschikking van [datum10] 2015 van de Circuit Court for the [nummer01] Judicial Circuit in and for [plaats03] , [staat01] (VS) met nummer [zaaknummer02] waarin het moederschap van de draagmoeder is ontkend (productie 5);
  • Beschikking van [datum11] 2017 van de Circuit Court for the [nummer01] Judicial Circuit in and for [plaats03] , [staat01] , met nummer [nummer04] waarin de stiefouderadoptie door [verzoeker01] over [minderjarige01] is uitgesproken (productie 6);
  • Beschikking van [beschikkingsdatum01] 2018 van het Tribunal de Grande Instance De [plaats04] met nummer [zaaknummer09] waarin het juridisch ouderschap van verzoekers over [minderjarige01] zoals vastgesteld in Frankrijk wordt erkend (productie 9).
ten aanzien van [minderjarige02] :
  • Beschikking van [datum16] 2017 van de Circuit Court for the [nummer01] Judicial Circuit in and for [plaats03] , [staat01] (VS) met nummer [nummer05] waarin het vaderschap van [verzoeker01] over [minderjarige02] is vastgesteld (productie 11);
  • Beschikking van [datum16] 2017 van de Circuit Court for the [nummer01] Judicial Circuit in and for [plaats03] , [staat01] (VS) met nummer [zaaknummer06] waarin het moederschap van de draagmoeder is ontkend (productie 12);
  • Beschikking [datum17] 2017 van de Circuit Court for the [nummer01] Judicial Circuit in and for [plaats03] , [staat01] , met nummer [zaaknummer07] waarin de stiefouderadoptie door [verzoeker02] over [minderjarige02] is uitgesproken (productie 13);
  • Beschikking van [datum20] 2018 van het Tribunal de Grande Instance De [plaats04] met nummer [zaaknummer08] – nr. Portalis [nummer06] waarin het juridisch ouderschap van verzoekers over [minderjarige02] zoals vastgesteld in Frankrijk wordt erkend (productie 16);
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] te gelasten om aantekening te maken van voornoemde (door deze vermelding (vermelding/aantekening) in de rubriek ‘vermeldingen’ van de akte te plaatsen), dan wel een zodanige aantekening te gelasten als de rechtbank redelijk en passend acht, waaruit blijkt dat verzoekers de juridisch ouders van voornoemde minderjarigen zijn;
te verklaren dat de geslachtsnaam van voornoemde minderjarigen ‘ [geslachtsnaam01] ’ zal zijn en de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats01] te gelasten deze achternaam aan te tekenen in het registers van de burgerlijke stand;
voorwaardelijk:
de adoptie door verzoekers van [minderjarige01] en [minderjarige02] uit te spreken,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
Omdat verzoekers en de kinderen in Nederland wonen, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
De positie van de draagmoeder en haar echtgenoot
De draagmoeder en haar echtgenoot kunnen in beginsel als belanghebbenden als bedoeld in artikel 798 Rv worden aangemerkt. Gelet evenwel op voormelde vastgestelde feiten, waaronder de draagmoederschapsovereenkomst, waarin zij kort gezegd afstand doen van al hun ouderlijke rechten, zal de rechtbank de draagmoeder en haar echtgenoot niet (langer) als belanghebbenden aanmerken en verdere oproeping achterwege laten.
Het verloop van de zitting
Verzoekers wensen dat hun ouderschap voor beide kinderen op de kortst mogelijke termijn in Nederland wordt erkend en geregistreerd. De ambtenaar heeft gesteld dat het oorspronkelijke verzoek tot opname van de geboorteakten in de registers van de burgerlijke stand en het verzoek tot vaststelling van de geboortegegevens van de kinderen niet kan worden toegewezen, omdat de kinderen niet over de Nederlandse nationaliteit of over een verblijfsstatus in de zin van artikel 1:25c BW beschikken.
Op de zitting is – onder verwijzing naar de uitspraak van 18 oktober 2022 met zaaknummer C/09/602605 ECLI:NL:RBDHA:2022:10741 van deze rechtbank – gesproken over de mogelijkheid om de familierechtelijke betrekkingen tussen verzoeker en de kinderen alleen in de BRP te laten registreren. De ambtenaar heeft er in dat kader op gewezen dat de vraag of een buitenlands rechtsfeit voor erkenning in Nederland in aanmerking komt en de vraag hoe je een Nederlandse akte van inschrijving moet opmaken, twee verschillende vragen zijn. Het enkele feit dat de huidige geboorteakten niet in de registers van de burgerlijke stand opgenomen kunnen worden en geen Nederlandse geboorteakte kan worden opgemaakt, brengt niet altijd mee dat een familierechtelijke betrekking die in het buitenland tot stand is gekomen niet in Nederland erkend zou kunnen worden. De ambtenaar heeft zich op het standpunt gesteld dat een en ander wel in de BRP kan worden geregistreerd. Als voorbeeld noemt de ambtenaar een rechtelijke uitspraak waarin de Nederlandse rechter oordeelt dat een bepaalde familierechtelijke betrekking voor erkenning in Nederland in aanmerking komt. Deze Nederlandse uitspraak levert een brondocument op (in de zin van artikel 2.8 wet Basisregistratie Personen) voor de registratie van deze familierechtelijke betrekking in de BRP, aldus de ambtenaar.
Verzoekers hebben op de zitting verklaard dat zij de besproken “BRP-route” wensen te volgen. Verzoekers willen hiermee – naar de rechtbank begrijpt – voorkomen dat door een eventueel hoger beroep van de ambtenaar het nog langer duurt voordat hun familierechtelijke betrekkingen met de kinderen in Nederland worden erkend. Gelet hierop begrijpt de rechtbank de thans nog voorliggende verzoeken aldus dat verzoekers een verklaring voor recht wensen dat de beslissingen van de “Circuit Court of the [nummer01] Judicial Circuit in and for [plaats03] , [staat01] ”, van [datum09] 2015 ( [zaaknummer01] ), [datum10] 2015 ( [zaaknummer02] ), [datum11] 2017 ( [nummer04] ), [datum16] 2017 ( [nummer05] ), [datum16] 2017 ( [zaaknummer06] ) en [datum17] 2017 ( [zaaknummer07] ) waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming tussen verzoekers en de kinderen [minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2014 te [geboorteplaats02] , Verenigde Staten van Amerika, en [minderjarige02] , geboren op [geboortedatum02] 2017 te [geboorteplaats02] , Verenigde Staten van Amerika, zijn vastgesteld van rechtswege in Nederland worden erkend. Tevens begrijpt de rechtbank dat verzoekers een verklaring voor recht wensen dat de beslissingen van het “Tribunal de Grande Instance de [plaats04] van [beschikkingsdatum01] 2018 ( [zaaknummer09] ) en [datum20] 2018 ( [zaaknummer08] ) waarbij de geslachtsnaam van voornoemde minderjarigen [minderjarige01] en [minderjarige02] is gewijzigd in “ [geslachtsnaam01] ” van rechtswege in Nederland wordt erkend;
De rechtbank zal deze verzoeken hierna inhoudelijk beoordelen.
De rechtbank beschouwt gelet op het voorgaande en gelet op het verloop van de zitting de oorspronkelijke andersluidende verzoeken als ingetrokken.
Erkennen Amerikaanse rechterlijke beslissingen
Toepasselijk recht
Het verzoek strekt tot erkenning van buitenlandse beslissingen in Nederland, zodat op het verzoek Nederlands recht van toepassing is.
Inhoudelijke beoordeling
De rechtbank dient te beoordelen of de uit de Amerikaanse uitspraken voortvloeiende, uit hoofde van afstamming vastgestelde, familierechtelijke rechtsbetrekkingen hier te lande van rechtswege kunnen worden erkend. De rechtbank zal in dit kader de in boek 10 BW geplaatste erkenningsregeling naar analogie toepassen op de afstammingsrechtelijke gevolgen van draagmoederschap.
Op grond van art. 10:100 lid 1 BW wordt een buitenslands tot stand gekomen onherroepelijke rechterlijke beslissing waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld of gewijzigd in Nederland van rechtswege erkend, tenzij:
er voor de rechtsmacht van de rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond met de rechtssfeer van dat land;
aan die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of
de erkenning van die beslissing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde.
De erkenning van de beslissing kan, ook wanneer daarbij een Nederlander betrokken is, niet wegens onverenigbaarheid met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat daarop een ander recht is toegepast dan uit deze titel zou zijn gevolgd (lid 2).
Uitgangspunt van de wet is dat de Amerikaanse beslissingen waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld tussen verzoekers en de kinderen worden erkend. Dit is slechts anders indien er voor de rechtsmacht van de rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond met de rechtssfeer van dat land, aan de beslissing geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan of de erkenning van de beslissing onverenigbaar is met de openbare orde.
Niet in geschil is dat sprake is geweest van behoorlijk onderzoek en rechtspleging. Nu het draagmoederschap in de Verenigde Staten van Amerika heeft plaatsgevonden en de draagmoeder en eiceldonor daar ook woonachtig zijn, acht de rechtbank aannemelijk dat er voor de rechtsmacht van de Amerikaanse rechter voldoende aanknoping bestond. In ieder geval kan niet worden geoordeeld dat er voor de rechtsmacht van de Amerikaanse rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond. In deze zaak gaat het om de vraag of de openbare orde zich verzet tegen erkenning van de in het buitenland tot stand gekomen familierechtelijke betrekkingen zoals vastgesteld in de Amerikaanse beslissingen.
Openbare orde exceptie: zorgvuldig draagmoederschapstraject?De rechtbank stelt vast dat de ambtenaar zich ten aanzien van de toetsing van de voorwaarden in het kader van het traject van draagmoederschap aan het oordeel van de rechtbank refereert.
De rechtbank acht het in het kader van de openbare orde toets van belang om te oordelen of het in het buitenland gevolgde traject van draagmoederschap zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Dit gelet op de ingrijpende gevolgen van draagmoederschap voor de rechten en verplichtingen van zowel het kind, de draagmoeder als de wensouders in kwestie. Nu de wensouders (zijnde verzoekers) in de Amerikaanse beslissing als ouders zijn aangemerkt van de kinderen en de kinderen reeds door hen worden verzorgd en opgevoed, dient hierbij naar het oordeel van de rechtbank met name te worden gekeken of de belangen van de kinderen en de draagmoeder voldoende in acht zijn genomen. Hierbij zijn de aanbevelingen van de Staatscommissie Herijking Ouderschap zoals opgenomen in het adviesrapport ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’ van 7 december 2016 van belang en de door het kabinet in zijn brief van 12 juli 2019 (kamerstukken TK 2018/2019, 33836, nr. 45) geformuleerde waarborgen om het traject zorgvuldig en transparant te laten verlopen en zoveel mogelijk rechtszekerheid te bieden aan de draagmoeder, de wensouders en de kinderen.
Hieruit volgt dat het voor kinderen van groot belang is om te (kunnen) achterhalen uit wie zij zijn geboren, van wie zij genetisch afstammen en onder welke omstandigheden zij zijn ontstaan en geboren. Het recht van het kind om zijn of haar afstamming te kennen is een mensenrecht dat is opgenomen in artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK).
Op grond van de overgelegde stukken en dat wat op de zitting is besproken, komt de rechtbank tot het oordeel dat het traject van draagmoederschap in de Verenigde Staten van Amerika met waarborgen is omkleed, die overeenkomen met de aanbevelingen van de Staatscommissie. Verzoekers hebben bij het realiseren van hun ouderschapswens voor beide draagmoederschapstrajecten gebruik gemaakt van (dezelfde) bekende eiceldonor, met wie zij twee eiceldonorovereenkomsten hebben opgesteld en ondertekend. De kinderen kunnen in de toekomst, indien zij dit willen, contact zoeken met de eiceldonor. Ook met de draagmoeder hebben verzoekers voor ieder kind een aparte draagmoederschapsovereenkomst opgesteld en ondertekend. Op dit moment hebben verzoekers goed contact met de draagmoeder. Blijkens het raadsrapport skypet het gezin iedere twee à drie maanden met de draagmoeder en heeft het gezin de draagmoeder in juli 2022 opgezocht in [staat01] . De rechtbank stelt dan ook vast dat de ontstaansgeschiedenis van de kinderen voor hen volledig is te achterhalen. Verder heeft de draagmoeder blijkens de draagmoederschapsovereenkomsten in beide gevallen in de Verenigde Staten van Amerika onafhankelijke juridische bijstand en (toegang tot) psychologische en medische bijstand gehad.
Daarnaast is gebleken dat in de juridische procedure in [staat01] , Verenigde Staten van Amerika conform de wetgeving van [staat01] , de draagmoederschapsovereenkomst door de Amerikaanse rechter is getoetst en dat verzoekers in een zogenoemde rechterlijke “order determining paternity”, “final judgment terminating parental rights” en “final judgment of stepparent adoption” als de enige juridische ouders van de kinderen zijn aangemerkt. Op basis hiervan zijn geboortecertificaten opgemaakt waarop verzoekers als de juridische ouders van de kinderen zijn geregistreerd. De rechtbank is van oordeel dat de Amerikaanse beslissingen van [datum09] 2015 ( [zaaknummer01] ), [datum10] 2015 ( [zaaknummer02] ), [datum11] 2017 ( [nummer04] ), [datum16] 2017 ( [nummer05] ), [datum16] 2017 ( [zaaknummer06] ) en [datum17] 2017 ( [zaaknummer07] ), waarbij de familierechtelijke betrekkingen tussen de kinderen en de verzoekers zijn vastgesteld, van rechtswege in Nederland worden erkend. Niet is gebleken dat de buitenlandse beslissingen onverenigbaar zijn met de Nederlandse openbare orde. De rechtbank zal dan ook de verzoeken dienaangaande in zoverre toewijzen en voor recht verklaren dat op grond van voornoemde beslissingen, de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming tussen verzoekers en de kinderen [minderjarige01] en [minderjarige02] , van rechtswege in Nederland worden erkend. De rechtbank overweegt hierbij dat zij de Amerikaanse beslissingen kwalificeert als een ‘ontkenning van het moederschap’ en een vaststelling van het ouderschap van de biologische vader, waarbij de echtgenoot van de biologische vader in het juridisch ouderschap deelt.
Zoals hiervoor is gebleken, levert deze beschikking een brondocument op voor inschrijving in de BRP. Verzoekers worden op deze wijze als de juridische ouders van de kinderen in de BRP geregistreerd.
Geslachtsnaam
Nederland en Frankrijk zijn partij bij de CIEC-Overeenkomst van Istanbul inzake verandering van geslachtsnamen en voornamen van 4 september 1958, Trb. 1960 nr. 48 (hierna: Overeenkomst), zodat deze Overeenkomst van toepassing is.
Artikel 3 lid 1 van de Overeenkomst luidt als volgt:
“De in een van deze Staten gegeven eindbeslissingen welke een verandering van geslachtsnaam of voornamen toestaan, hetzij aan zijn onderdanen, hetzij aan staatlozen of vluchtelingen in de zin van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951, indien deze hun woonplaats of, bij gebreke daarvan, hun verblijfplaats op zijn grondgebied hebben, zijn van rechtswege uitvoerbaar op het grondgebied van elk van de Overeenkomstsluitende Staten mits zij niet strijdig zijn met de openbare orde aldaar.”
Nu verzoekers en de kinderen de Franse nationaliteit hebben, zijn de beslissingen ter zake van de wijziging van de achternaam van de kinderen van [beschikkingsdatum01] 2018 en [datum20] 2018 van het Tribunal de Grande Instance de [plaats04] bevoegdelijk door genoemde Franse rechtbank genomen en dienen zij op grond van de Overeenkomst te worden erkend. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen.

Beslissing

De rechtbank:
*
verklaart voor recht dat de beslissingen van de “Circuit Court of the [nummer01] Judicial Circuit in and for [plaats03] , [staat01] ”, van [datum09] 2015 ( [zaaknummer01] ), [datum10] 2015 ( [zaaknummer02] ), [datum11] 2017 ( [nummer04] ), [datum16] 2017 ( [nummer05] ), [datum16] 2017 ( [zaaknummer06] ) en [datum17] 2017 ( [zaaknummer07] ) waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming tussen verzoekers en de kinderen [minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2014 te [geboorteplaats02] , Verenigde Staten van Amerika, en [minderjarige02] , geboren op [geboortedatum02] 2017 te [geboorteplaats02] , Verenigde Staten van Amerika, zijn vastgesteld van rechtswege in Nederland worden erkend;
*
verklaart voor recht dat de beslissingen van het “Tribunal de Grande Instance de [plaats04] van [beschikkingsdatum01] 2018 ( [zaaknummer09] ) en [datum20] 2018 ( [zaaknummer08] ) waarbij de geslachtsnaam van voornoemde minderjarigen [minderjarige01] en [minderjarige02] is gewijzigd in “ [geslachtsnaam01] ” van rechtswege in Nederland worden erkend;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. W.G. de Boer, C.S.F. de Nijs en K.M. Crooij-Heins, rechters, tevens kinderrechters, bijgestaan door mr. I.B. van Angeren als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 21 maart 2023. De beschikking wordt in afwezigheid van de voorzitter getekend door mr. C.S.F. de Nijs.