ECLI:NL:RBDHA:2023:3829
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van Wajong-uitkering na meerdere aanvragen en beoordeling van nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. A.L. Kuit, en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door G.M. Folkers-Hooijmans. De eiser had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die eerder was afgewezen. De rechtbank beoordeelde of er nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om de eerdere afwijzing te herzien. De eiser, geboren in 1985, had in het verleden meerdere aanvragen gedaan voor een Wajong-uitkering, die telkens waren afgewezen op basis van het ontbreken van nieuwe informatie of omstandigheden. De rechtbank oordeelde dat de eiser geen nieuwe feiten had aangedragen die de eerdere besluiten konden ondermijnen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de Wajong-uitkering terecht was en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.