ECLI:NL:RBDHA:2023:2726
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring van een vreemdeling na een lange periode zonder rechterlijke toetsing
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring van eiser beoordeeld. Eiser is op 4 oktober 2022 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft eerder op 25 oktober 2022 een uitspraak gedaan over de maatregel van bewaring. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 14 februari 2023 een vervolgkennisgeving ingediend, maar deze was te laat, aangezien deze meer dan drie maanden na de eerdere uitspraak was ingediend. De rechtbank oordeelt dat, hoewel de vervolgkennisgeving niet tijdig is ingediend, dit niet leidt tot onrechtmatigheid van de bewaring. De rechtbank benadrukt dat de staatssecretaris de verplichting heeft om de rechtbank tijdig op de hoogte te stellen van het voortduren van de maatregel van bewaring, vooral na een lange periode zonder toetsing. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser ongegrond is en dat de maatregel van bewaring in stand blijft. De rechtbank wijst erop dat er geen hoger beroep openstaat tegen deze uitspraak, aangezien de wetgever dit heeft uitgesloten voor uitspraken over vrijheidsontnemende maatregelen.