Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 maart 2023 in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over het verlies van het Nederlanderschap van eiser, die in Argentinië woont. Eiser had een aanvraag voor een Nederlands paspoort ingediend, maar deze werd door de minister van Buitenlandse Zaken afgewezen. De minister stelde dat eiser zijn Nederlanderschap had verloren op grond van artikel 15, eerste lid, aanhef en onder c, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) per 1 april 2013. Eiser was het niet eens met deze beslissing en voerde aan dat hij niet op de hoogte was gesteld van de wetswijzigingen die tot het verlies van zijn Nederlanderschap leidden. Hij stelde ook dat de minister een te beperkte evenredigheidstoets had verricht, waarbij alleen beroepsactiviteiten in aanmerking waren genomen.
De rechtbank oordeelde dat de minister terecht had geweigerd het paspoort te verstrekken, omdat eiser niet had aangetoond dat hij op het peilmoment gebruik maakte van de rechten die voortvloeien uit het Unieburgerschap. De rechtbank volgde het advies van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), waarin werd gesteld dat eiser als Argentijn zonder visum naar de EU kan reizen. De rechtbank concludeerde dat de evenredigheidstoets door de minister correct was uitgevoerd en dat de argumenten van eiser niet voldoende waren om tot een ander oordeel te komen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.