Uitspraak
[minderjarige 2] (zusje),V-nummer [V-nummer 4] gezamenlijk: eisers
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers, een Eritrees gezin, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als gezinsleden bij hun dochter, referente, in Nederland te kunnen verblijven. Referente is als alleenstaande minderjarige vluchteling naar Nederland gekomen en heeft een asielvergunning. De aanvraag voor nareis is eerder afgewezen omdat de ouders geen antecedentenverklaring konden overleggen. De vader woont en werkt in Israël, terwijl de moeder en zusjes in Ethiopië verblijven. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 december 2022, waarbij de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder in de belangenafweging het juiste uitgangspunt heeft genomen en voldoende gemotiveerd heeft waarom de aanvraag is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van familieleven in de zin van artikel 8 van het EVRM, maar dat de belangen van de Nederlandse staat zwaarder wegen. De rechtbank heeft de aanvraag afgewezen en het beroep van eisers ongegrond verklaard. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.