ECLI:NL:RBDHA:2023:22231
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Nigeriaan wegens ongeloofwaardigheid en gebrek aan bijzondere omstandigheden
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, afkomstig uit Nigeria, had op 10 november 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 28 juli 2023 afgewezen, omdat de verklaringen van eiser ongeloofwaardig werden geacht. De rechtbank heeft op 29 augustus 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
Eiser heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met een relaas over de dood van zijn ouders en problemen met zijn stiefmoeder en stiefoom. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Nigeria. De rechtbank oordeelt dat verweerder niet ten onrechte heeft gesteld dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die een verblijfsvergunning op humanitaire gronden rechtvaardigen. De beroepsgronden van eiser worden verworpen, en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De rechtbank benadrukt dat de gedragingen van eiser tijdens de asielprocedure niet van invloed zijn geweest op de beoordeling van zijn aanvraag. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat de afwijzing van zijn asielaanvraag onzorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank volgt verweerder in zijn beoordeling van de geloofwaardigheid van eisers verklaringen en concludeert dat de aanvraag terecht is afgewezen.