In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 september 2023, met zaaknummers NL23.17645 en NL23.17646, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Moldavische nationaliteitdrager, had op 22 maart 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Polen als verantwoordelijk land werd aangemerkt. Eiser betoogde dat hij een Oekraïense partner in Nederland heeft, waarmee hij een duurzame relatie heeft en dat Nederland daarom verantwoordelijk is voor zijn asielaanvraag. Hij voerde aan dat de pushbacks in Polen en de prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie aanleiding geven om het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer te hanteren.
De rechtbank oordeelde dat de gestelde partner van eiser niet kan worden aangemerkt als een persoon die internationale bescherming geniet, en dat verweerder terecht heeft vastgesteld dat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De rechtbank volgde het standpunt van verweerder dat er geen reden is om aan te nemen dat Polen zijn internationale verplichtingen niet nakomt. Eiser heeft niet aangetoond dat zijn situatie anders is dan die van andere asielzoekers. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.