Overwegingen rechtbank
7. De rechtbank begrijpt dat de klacht van eiser inhoudt dat in het advies van MediFirst onvoldoende rekening is gehouden met zijn medische problematiek. De rechtbank zal dit in het onderstaande beoordelen.
8. Uit rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) volgt dat wanneer verweerder een advies van MediFirst aan zijn besluitvorming ten grondslag legt, hij zich ingevolge artikel 3:2 Awb ervan moet vergewissen dat dit advies
- naar wijze van totstandkoming - zorgvuldig en - naar inhoud - inzichtelijk en concludent is.2 Het gevraagde medische advies over de toestand van eiser moet daarnaast actueel zijn.3 Wanneer dit het geval is, kan het advies van MediFirst worden aangemerkt als een deskundigenadvies waar verweerder in beginsel van uit mag gaan. Een vreemdeling kan de uitkomst van dat advies in dat geval slechts betwisten door overlegging van een andersluidend deskundigenadvies.4
9. De rechtbank overweegt dat Medifirst in het medisch advies horen en beslissen van 3 april 2023 het advies hebben gegeven dat eiser onder bepaalde waarborgen gehoord kon worden. Medifirst heeft daartoe onder meer het volgende in het advies opgenomen.
Horen of niet horen: Wel horen
2a. Zijn er medische klachten gebleken tijdens het onderzoek? Ja
1. Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van internationale bescherming.
2b. Gegeven de medische klachten die tijdens het onderzoek zijn gebleken, zijn de volgende beperkingen aanwezig en wordt het volgende advies aan de IND meegegeven. Er is sprake van beperkingen die relevant zijn voor het horen en/of beslissen, te weten dat betrokkene klachten ervaart aan het bewegingsapparaat waardoor traplopen of lange afstanden lopen bemoeilijkt wordt. Betrokkene heeft aangegeven slaapklachten te hebben. Hierbij kan vermoeidheid optreden overdag. Als betrokkene dit aangeeft tijdens het interview, hem een extra pauze aanbieden en eventueel iets te drinken.
Overige opmerkingen
3a. Staat betrokkene momenteel onder behandeling voor medische omstandigheden Nee
3b. Gebruikt betrokkene momenteel medicijnen?
NEE, maar betrokkene heeft in het afgelopen halfjaar wel medicijnen gebruikt 3c. Betrokkene is geadviseerd om de huisarts van de GZA/JCS medische dienst te bezoeken
Ja
3d. Bij het opstellen van dit medisch advies is gebruik gemaakt van medische documenten aangaande de gezondheidssituatie van betrokkene
Nee
3e. Overige relevante opmerkingen al dan niet met betrekking tot de gezondheidssituatie van betrokkene en niet zijnde een beperking (bijvoorbeeld eventuele adviezen dan wel verwijzingen).
Betrokkene heeft aangegeven ongeschoold te zijn, en veel moeite te hebben met lezen en schrijven. Hij is niet in staat om de exacte data te benoemen omtrent zijn asielrelaas, omdat hij dat niet geleerd heeft. Volgens betrokkene kan hij dit aangeven bij benadering b.v. in seizoenen en jaren.
10. De rechtbank stelt vast dat het correct is dat – zoals eiser stelt – de door hem gestelde verslavingsproblematiek en het trauma niet met zoveel woorden in het advies van MediFirst worden genoemd. De slaapproblematiek is wel met zoveel woorden vermeld. De vraag is echter of dat tot gevolg heeft dat het advies van MediFirst niet zorgvuldig tot stand is gekomen of de inhoud ervan niet inzichtelijk en concludent is. Naar het oordeel van de rechtbank is dat niet het geval.
11. De rechtbank is dat van oordeel omdat het advies van MediFirst is gebaseerd op de informatie die eiser tijdens het gesprek met MediFirst heeft gegeven en op basis van het verrichte onderzoek, en dat in het advies wel melding wordt gemaakt van medische klachten, waaraan voor zover nodig een waarborg is gekoppeld om het horen deugdelijk te laten verlopen. De rechtbank hecht daarbij verder waarde aan het feit dat uit de door verweerder overgelegde verklaring van de arts van MediFirst blijkt dat eiser de vraag of hij alcohol of drugs gebruikt negatief heeft beantwoord. Dit lijkt ook overeen te komen met het feit dat namens eiser in deze procedure is gesteld dat hij zich schaamt voor zijn drugsprobleem en daarover uit zichzelf ook niet praat. De rechtbank hecht daarbij ook waarde aan het feit dat eiser het patiëntdossier waaruit deze problematiek blijkt pas heeft ingebracht
nádathet Nader Gehoor had plaatsgevonden, namelijk pas bij de correcties en aanvullingen. De rechtbank hecht daarbij tot slot waarde aan het feit dat uit het door verweerder overgelegd Protocol Medisch Advies Horen & Beslissen van 1 maart 2021 (het protocol) blijkt dat het niet gebruikelijk is dat de arts van MediFirst zelf bij anderen dan de
vreemdeling nadere medische informatie opvraagt, maar dat de arts zich baseert op het eigen onderzoek en het gesprek met de vreemdeling. Het feit dat de arts van MediFirst in het geval van eiser géén nadere medische informatie bij anderen dan eiser zelf heeft opgevraagd is dan ook – anders dan eiser stelt – niet onzorgvuldig en niet in strijd met dit protocol. Het door eiser gestelde is dan ook geen aanleiding voor het oordeel dat het advies van MediFirst naar wijze van totstandkoming niet zorgvuldig en naar inhoud niet inzichtelijk en concludent is.
12. De rechtbank is ook verder van oordeel dat er geen aanleiding is voor het oordeel dat het advies van MediFirst naar wijze van totstandkoming niet zorgvuldig is en naar inhoud niet inzichtelijk en concludent is. Eiser heeft daartoe onvoldoende aangevoerd.
13. Het voorgaande betekent - gezien het gestelde in overweging 8 - dat verweerder in beginsel van het advies van MediFirst heeft mogen uitgaan. Dit is alleen anders wanneer een andersluidend deskundigenadvies wordt ingebracht. De rechtbank constateert dat eiser dat niet heeft gedaan, maar heeft volstaan met een verwijzing naar het patiëntendossier.
Dat is - ondanks het feit dat in dat patiëntendossier wel aanknopingspunten staan voor de door eiser gestelde verslavingsproblematiek en het trauma, niet afdoende. Verweerder heeft dan ook bij het houden van de gehoren ten behoeve van het bestreden besluit van het advies van MediFirst mogen uitgaan. De beroepsgrond slaagt niet.
14. Eiser voert aan dat door in het Nader Gehoor een tolk te gebruiken die niet geregistreerd is in de Algerijnse taal, maar in het Arabisch-Syrisch / Standaard Arabisch, verweerder de behoorlijke procesorde heeft geschonden, c.q. de algemene beginselen van behoorlijk bestuur zoals het beginsel van fair play. Niet is duidelijk waarom verweerder geen tolk in de Algerijnse taal heeft ingezet maar is afgeweken van de Algerijnse taal.
15. De rechtbank overweegt als volgt.
16. Op grond van artikel 38, eerste lid, van de Vreemdelingenwet wordt de vreemdeling gehoord in een taal waaraan de vreemdeling de voorkeur geeft, tenzij er een andere taal kan worden gebruikt die hij begrijpt en waarin hij helder kan communiceren.
17. De rechtbank stelt vast dat inderdaad van een tolk in het Arabisch-Syrisch / Standaard Arabisch, in plaats van in het Arabisch-Algerijns, gebruik is gemaakt bij het Nader Gehoor. Verweerder heeft ter zitting toegelicht dat niet van een Arabisch-Algerijnse tolk gebruik is gemaakt omdat deze vaak op korte termijn niet beschikbaar zijn. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder het gebruik van een tolk in het Arabisch-Syrisch
/ Standaard Arabisch, in plaats van het Arabisch-Algerijns, afdoende toegelicht.
18. De rechtbank is verder van oordeel dat eiser door het gebruik van een tolk in het Arabisch-Syrisch / Standaard Arabisch in plaats van het Algerijns, niet in zijn belangen is geschaad. Uit het verslag van het Nader Gehoor (pagina 2, 13 en 20) blijkt dat eiser bevestigend heeft geantwoord op de vraag of hij de tolk goed heeft begrepen, c.q. of hij alles goed heeft verstaan en begrepen. Eiser heeft ook te kennen gegeven geen op- of aanmerkingen op de tolk te hebben (pagina 20). Eiser is verder door de gehoormedewerker gewezen op de mogelijkheid om een klacht over de tolk in te dienen en om correcties en
aanvullingen op het Nader Gehoor in te dienen (pagina 20). Van die eerste mogelijkheid (het indienen van een klacht) heeft hij geen gebruik gemaakt. Uit het verslag van het Nader Gehoor en de daarop van de zijde van eiser doorgegeven wijzigingen en correcties blijkt verder niet van enige daadwerkelijke communicatieproblemen tussen eiser en de tolk. De enkele stelling van eiser dat dit wel het geval is, is onvoldoende om daarover anders te oordelen. De beroepsgrond van eiser slaagt niet.
Internationale bescherming
19. Eiser voert aan dat de verklaringen over de herkomst en ondervonden problemen door het zijn van christen ten onrechte niet geloofwaardig zijn geacht. Eiser verwijst hierbij naar de zienswijze waarin de standpunten van eiser zijn opgenomen. Ook wijst hij op het feit dat hij geen documenten heeft ter onderbouwing van zijn asielaanvraag en deze ook nooit heeft gehad (bewijsnood).
20. Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder in het bestreden besluit voldoende gemotiveerd ingegaan op hetgeen eiser in de zienswijze (inclusief de gestelde bewijsnood) naar voren heeft gebracht. Eiser heeft in beroep niet geconcretiseerd op welke punten de motivering van het bestreden besluit ontoereikend is. De enkele verwijzing naar de zienswijze en herhaling van hetgeen eerder naar voren is gebracht, kan in beroep niet leiden tot vernietiging van het bestreden besluit.5
De beroepsgrond slaagt niet.
Artikel 64 Vw
21. Eiser heeft zijn beroepsgrond op dit punt ter zitting laten vallen. Dit behoeft dan ook geen verdere bespreking.
22. Uit het voorgaande vloeit voort dat de beroepsgronden niet slagen en dat verweerder daarom de gestelde problemen van eiser ongeloofwaardig heeft kunnen achten. De aanvraag is terecht afgewezen als ongegrond. Ook heeft verweerder kunnen besluiten om ambtshalve geen reguliere verblijfsvergunning of uitstel van vertrek aan eiser te verlenen. Het beroep is ongegrond.