Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door een eiser van Syrische nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij betoogde dat Italië niet langer kan worden beschouwd als een veilige haven voor asielzoekers, verwijzend naar de recente houding van de Italiaanse regering onder leiding van Giorgia Meloni en een circulaire van de Italiaanse autoriteiten die de opschorting van Dublin-overdrachten aankondigde.
De rechtbank heeft de zaak op 3 februari 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelde dat, hoewel Italië in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd dat zijn situatie anders is dan de algemene situatie van asielzoekers in Italië. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Italiaanse autoriteiten, ondanks de tijdelijke opschorting van overdrachten, nog steeds de verantwoordelijkheid onder de Dublinverordening handhaven en dat er geen reden is om aan te nemen dat eiser in een onveilige situatie terecht zal komen na overdracht aan Italië.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen een week na bekendmaking van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De uitspraak is openbaar gemaakt en geanonimiseerd.