Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 december 2023 in de zaak tussen
[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
verder“zodanig tegenstrijdig, summier en oppervlakkig verklaard dat zijn verklaringen op dit punt niet voldoende zijn om zijn homoseksualiteit geloofwaardig te achten). In het onderhavige voornemen heeft de staatssecretaris daarentegen overwogen dat eiser niet duidelijk kan aangeven hoe hij voor het eerste merkte dat hij gevoelens voor jongens had en wat dit gevoel met hem deed en dat hij algemene antwoorden geeft op de vraag hoe hij met deze moeilijke gevoelens omging. [15] Dat, zoals de staatssecretaris ter zitting stelt, hij tot een andere conclusie kan komen omdat er inmiddels meer en andere informatie is, volgt de rechtbank (in dit geval) niet. In het voornemen wordt namelijk over dit specifieke punt enkel verwezen naar verklaringen in het gehoor opvolgende aanvraag, op basis waarvan de staatssecretaris eerder heeft geconcludeerd dat eiser wél inzichtelijk heeft gemaakt hoe het voor hem was om tot de ontdekking te komen dat hij gevoelens voor jongens had. Voor de rechtbank is niet begrijpelijk hoe de staatssecretaris op basis van dezelfde informatie tot een andere conclusie is gekomen op een essentieel onderdeel van de beoordeling. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de staatssecretaris niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat eiser onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe het voor het voor hem was om te ontdekken dat hij gevoelens had voor jongens die indruisten tegen de verwachtingen van de Iraanse maatschappij.
- bepaalde aspecten van bepaalde thema’s niet (voldoende) betrokken bij de beoordeling en
- (dus) ook onvoldoende gemotiveerd waarom ontoereikende verklaringen van eiser op één (of meer) van de thema’s niet (voldoende) gecompenseerd worden door andere elementen (op andere thema’s).
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de staatssecretaris op om binnen zestien dan wel acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van eiser tot een bedrag van