ECLI:NL:RBDHA:2023:20793
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening en het interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 20 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen op grond dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Eiser, vertegenwoordigd door mr. M.J. Verwers, betoogde dat de staatssecretaris niet langer kon uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Kroatië, gezien de meldingen van mensenrechtenschendingen en pushbacks in dat land. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom hij niet van de discretionaire bevoegdheid gebruik heeft gemaakt om de aanvraag onverplicht in behandeling te nemen, ondanks de bijzondere omstandigheden van eiser, waaronder medische problemen en familiebanden in Nederland. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waarbij de staatssecretaris wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris tot betaling van proceskosten aan eiser.