ECLI:NL:RBDHA:2023:20421

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 december 2023
Publicatiedatum
22 december 2023
Zaaknummer
NL23.38385
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting naar Mali

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 december 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van de eiser, die stelt de Malinese nationaliteit te hebben. De maatregel van bewaring was eerder opgelegd op 18 oktober 2023 op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek op 13 december 2023 gesloten.

De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het eerdere onderzoek op 25 oktober 2023. Eiser voert aan dat er geen zicht is op uitzetting naar Mali, omdat er nog geen presentatie heeft plaatsgevonden en zijn nationaliteit niet bevestigd is. De rechtbank stelt echter vast dat er geen aanknopingspunten zijn om te concluderen dat er geen zicht op uitzetting is. Eiser is zelf verantwoordelijk voor het niet verschijnen bij de presentaties, wat bijdraagt aan de langere duur van zijn bewaring. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst ook het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.38385
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. S. Benayad),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft op 18 oktober 2023 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.
Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.
Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd.
Eiser heeft hierop gereageerd.
De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek op 13 december 2023 gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt de Malinese nationaliteit te hebben en te zijn geboren op [geboortedatum] .
2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.
3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats [1] volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom is bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel van bewaring slechts de periode van belang sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek op 25 oktober 2023.
4. Eiser voert aan dat er geen zicht is op uitzetting naar Mali. Er is nog geen presentatie geweest en zijn nationaliteit is nog niet bevestigd. Ook is er nog geen toezegging dat in het geval van eiser (op korte termijn) een lp [2] zal worden afgegeven, terwijl de aanvraag al zes maanden geleden is ingediend.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Er bestaan geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Mali in zijn algemeenheid ontbreekt. Het ligt daarom op de weg van eiser om aannemelijk te maken dat in zijn geval geen sprake is van zicht op uitzicht. Eiser is daar niet in geslaagd. Het enkele feit dat er nog steeds geen reactie is op de voor eiser ingediende lp-aanvraag, is daarvoor niet voldoende. Uit het voortgangsrapport van verweerder blijkt bovendien dat er meerdere presentaties bij de diplomatieke vertegenwoordiging van Mali zijn gepland [3] , maar dat eiser daar steeds niet is verschenen. Eiser is verplicht om mee te werken aan zijn vertrek. Het verschijnen bij de presentatie is noodzakelijk voor het bevestigen van zijn identiteit en nationaliteit. Door niet te verschijnen bij de presentatie is eiser dan ook mede zelf verantwoordelijk voor de langere duur van zijn bewaring.
6. Ook overigens ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat de maatregel van bewaring in de te beoordelen periode op enig moment onrechtmatig is geweest.
7. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Uitspraak van 30 oktober 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:16472.
2.Laissez-passer.
3.De laatste keer op 25 november 2023.