ECLI:NL:RBDHA:2023:20340
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring ex artikel 59 Vreemdelingenwet 2000; beoordeling voortduren maatregel van bewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die op 2 oktober 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan eiser is opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 15 december 2023, waarbij eiser via telehoren aanwezig was vanuit het detentiecentrum Rotterdam en zijn gemachtigde in de rechtbank in Groningen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, omdat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld in de uitzettingsprocedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat er zicht op uitzetting naar Marokko is, aangezien de staatssecretaris regelmatig contact heeft met de Marokkaanse autoriteiten en documenten heeft aangevraagd. Eiser heeft echter niet actief meegewerkt aan zijn uitzetting, wat zijn situatie compliceert. De rechtbank concludeert dat er geen redenen zijn om de voortduren van de maatregel van bewaring onrechtmatig te achten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.