ECLI:NL:RBDHA:2023:20140
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag kinderbijslag op basis van ingezetenschap en verzekering voor de Algemene Kinderbijslagwet
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Nederland, en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) over de afwijzing van zijn aanvraag voor kinderbijslag. Eiser had op 7 januari 2022 kinderbijslag aangevraagd voor zijn zoon, die in Egypte was geboren. De aanvraag werd afgewezen omdat eiser op de peildatum van 1 april 2022 niet als ingezetene kon worden aangemerkt. Eiser was sinds 6 januari 2022 ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP), maar verbleef op de peildatum bij familie en had geen duurzame woonruimte tot zijn beschikking. De rechtbank oordeelde dat er geen duurzame band van persoonlijke aard bestond tussen eiser en Nederland op de peildatum, en dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor verzekering onder de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Eiser had weliswaar de intentie om in Nederland te blijven, maar dit was onvoldoende om aan de eisen van ingezetenschap te voldoen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de kinderbijslag in stand bleef. Eiser kreeg geen proceskostenvergoeding en het betaalde griffierecht werd niet teruggegeven.