ECLI:NL:RBDHA:2023:20035
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- D. Biever
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft eiser, een Eritreeër, op 12 juni 2023 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 3 november 2023 niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft op 19 december 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.
De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit geen gebreken vertoont. Eiser heeft niet aangetoond dat Duitsland niet voldoet aan zijn internationale verplichtingen ten aanzien van asielzoekers. De rechtbank bevestigt dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, wat betekent dat verweerder mag uitgaan van de veronderstelling dat Duitsland zijn verplichtingen nakomt. Eiser heeft geen concrete aanwijzingen geleverd die het tegendeel bewijzen.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de medische situatie van eiser niet zodanig is dat deze een uitzondering op het interstatelijk vertrouwensbeginsel rechtvaardigt. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zijn gezondheid in Duitsland in gevaar zou komen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de staatssecretaris de asielaanvraag op goede gronden niet in behandeling heeft genomen. Het verzoek om een voorlopige voorziening is niet-ontvankelijk verklaard, omdat er inmiddels uitspraak is gedaan in het beroep.