ECLI:NL:RBDHA:2023:12358
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 9 augustus 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser had op 24 maart 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank oordeelt dat het niet nodig is om partijen uit te nodigen voor een zitting, gezien de aard van de zaak.
De rechtbank onderzoekt of de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. Eiser betoogt dat er fundamentele tekortkomingen zijn in de opvangvoorzieningen in Duitsland en dat hij vreest voor een onterecht verloop van zijn asielprocedure daar. De rechtbank concludeert echter dat de staatssecretaris zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan beroepen. Duitsland heeft een verzoek om terugname geaccepteerd en de rechtbank stelt vast dat de asielprocedure in Duitsland voldoet aan de Europese wet- en regelgeving.
Eiser stelt verder dat de staatssecretaris artikel 17 van de Dublinverordening had moeten toepassen, omdat hij familie in Denemarken heeft. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris geen reden had om de aanvraag onverplicht aan zich te trekken, aangezien de vraag in deze procedure enkel is welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt dat de staatssecretaris de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld, waardoor eiser kan worden overgedragen aan Duitsland. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.