Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Stichting Oxfam Novibte Den Haag,
Stichting Vredesbeweging PAX Nederlandte Utrecht,
Stichting The Rights Forumte Amsterdam,
1.De procedure
2.De feiten
“het bevorderen van een wereldsamenleving waarin de sociaal economische tegenstellingen tussen arm en rijk worden doorbroken, waarin de welvaart van de wereld rechtvaardig is verdeeld, en waarin mensen en bevolkingsgroepen elkaars culturen kunnen leren kennen en respecteren en ten behoeve van hun ontwikkeling samenwerken op basis van gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en onderlinge solidariteit.”
“het beschermen van burgers tegen oorlogsgeweld, het beëindigen van gewapende conflicten en het bijdragen aan vreedzame en rechtvaardige samenlevingen, het bevorderen van mensenrechten alsmede het bijdragen aan de internationale rechtsorde en een cultuur van vrede in Nederland en wereldwijd en al hetgeen met vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord."
“dat het conflict tussen Israël en de Palestijnen wordt beëindigd door het sluiten van vrede op basis van het internationale recht: verdragen, resoluties van de Verenigde Naties, uitspraken van het Internationaal Gerechtshof, dat de partijen bij dit conflict zich, ook zolang een vredesregeling uitblijft, gedragen overeenkomstig het humanitair oorlogsrecht en met eerbiediging van de rechten van de mens, dat de regering van Nederland ernst maakt met de opdracht, haar door de Grondwet gegeven, de ontwikkeling van de internationale rechtsorde te bevorderen, ook in Israël en de bezette Palestijnse gebieden en dat de Europese Unie, daartoe ook door Nederland aangemoedigd, haar verantwoordelijkheid als economische en daardoor ook politieke grootmacht - ten volle neemt door de partijen bij dit conflict te noodzaken zich te onthouden van schendingen van het internationale recht.”
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
aanmoedigingvoor lidstaten opgenomen om, op basis van nieuwe (dus na vergunningverlening beschikbaar gekomen) informatie, eerder verleende uitvoervergunningen voor goederen, die worden vermeld op de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, opnieuw te beoordelen. Het gaat dus om een aanmoediging, die niet opgevat kan worden als ‘verplichting’ om een beoordeling uit te voeren tijdens de looptijd van een algemene vergunning.
alvorensde uitvoer wordt toegestaan. Het zevende lid van dit artikel houdt wederom, net als in het EUGS, een
aanmoedigingin voor een uitvoerende staat om, indien deze nadat een machtiging is afgegeven op de hoogte raakt van nieuwe relevante informatie, de vergunning opnieuw te toetsen.
niette beletten dat vergunning NL009 mag worden gebruikt voor de doorlevering van F-35 onderdelen aan Israël.
gebruikt worden bijhet begaan van ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht (vgl. Gerechtshof Den Haag, 17 mei 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:834, r.o. 3.10-3.15). Als de F-35 een bijdrage levert aan het kunnen uitvoeren van de bombardementen door andere vliegtuigen, is uiteraard ook aan dit vereiste voldaan. In het licht van de toelichting van de Staat over de geavanceerde eigenschappen waarover de F-35 beschikt, met name het met precisie vaststellen van de locaties van strategische doelen in vijandig gebied, acht de voorzieningenrechter zeer aannemelijk dat de F-35 deze bijdrage levert, daar waar sprake zou zijn van schendingen.