ECLI:NL:RBDHA:2023:18916
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van de maatregel van bewaring van eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is. De maatregel van bewaring was opgelegd op 25 juli 2023 op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 1 december 2023, waarbij eiser aanwezig was via telehoren vanuit het detentiecentrum in Rotterdam.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris sinds het sluiten van het onderzoek op 20 oktober 2023 een vertrekgesprek heeft gevoerd met eiser en de universiteit van eiser in Oekraïne heeft aangeschreven voor een kopie van zijn paspoort. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat er zicht op uitzetting bestaat, ondanks de vertraging in de procedure. Eiser heeft geen nieuwe feiten aangedragen die de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in twijfel trekken.
De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat er geen grond is voor het oordeel dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.