ECLI:NL:RBDHA:2023:18714
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander Oekraïne
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Indiase nationaliteit houder, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 31 augustus 2023. Dit besluit houdt in dat de tijdelijke bescherming van eiser, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. Eiser heeft zijn zienswijze ingediend na het voornemen van verweerder om de tijdelijke bescherming te beëindigen. De rechtbank heeft het beroep op 21 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van verweerder aanwezig was, maar eiser en zijn gemachtigde niet. De rechtbank heeft het verzoek van eiser om aanhouding van de uitspraak afgewezen, ondanks dat er lopende hoger beroepsprocedures zijn over de beëindiging van de tijdelijke bescherming.
De rechtbank heeft de beëindiging van de tijdelijke bescherming beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. In eerdere uitspraken is geoordeeld dat verweerder bevoegd is om de tijdelijke bescherming voor de groep waartoe eiser behoort, te beëindigen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om prejudiciële vragen te stellen en heeft de beroepsgronden van eiser verworpen. Eiser heeft ook aangevoerd dat de beëindiging in strijd is met artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 8 van het EVRM, maar ook deze beroepsgrond is door de rechtbank afgewezen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.