ECLI:NL:RBDHA:2023:17694
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 17 november 2023, wordt het beroep van eiser, een derdelander van Keniaanse nationaliteit, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Het besluit, genomen op 29 augustus 2023, houdt in dat de tijdelijke bescherming van eiser, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. Eiser had eerder een zienswijze ingediend na het voornemen van de staatssecretaris om de tijdelijke bescherming te beëindigen. Tijdens de zitting op 14 november 2023, waar ook een andere zaak werd behandeld, heeft de rechtbank de beroepsgronden van eiser beoordeeld. De rechtbank heeft het verzoek van eiser om aanhouding van het onderzoek afgewezen, omdat zij zich voldoende toegelicht achtte en geen aanleiding zag om te wachten op een uitspraak van de Raad van State in een vergelijkbare kwestie.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en verwijst naar een eerdere uitspraak van 30 oktober 2023, waarin is geoordeeld dat de staatssecretaris bevoegd is om de tijdelijke bescherming voor de groep waartoe eiser behoort te beëindigen. De rechtbank volgt de lijn van deze eerdere uitspraak en oordeelt dat de beroepsgronden van eiser niet slagen. Eiser heeft ook verwezen naar uitspraken van andere zittingsplaatsen, maar de rechtbank blijft bij haar eerdere oordeel. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en verklaart het beroep ongegrond.