ECLI:NL:RVS:2023:4675
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelanders uit Oekraïne
Op 14 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 4 september 2023 het recht op bescherming op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming zou eindigen. Dit besluit was genomen op 29 augustus 2023. De vreemdeling had eerder beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 17 november 2023 het beroep ongegrond had verklaard. In zijn verzoek om voorlopige voorziening vroeg de vreemdeling om te worden behandeld alsof het recht op tijdelijke bescherming nog van toepassing was.
De voorzieningenrechter overwoog dat in een eerdere uitspraak van 1 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3349, was bepaald dat derdelanders die uit Oekraïne naar Nederland waren gevlucht, bij wijze van voorlopige voorziening behandeld zouden worden alsof het recht op tijdelijke bescherming op hen van toepassing bleef. De staatssecretaris had vervolgens op 2 september 2023 meegedeeld dat ook andere derdelanders in Nederland mochten blijven totdat er een eindoordeel was over het beëindigen van het recht op tijdelijke bescherming voor deze groep.
Aangezien de vreemdeling tot deze groep derdelanders behoort, besloot de voorzieningenrechter om geen voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek van de vreemdeling werd afgewezen en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 14 december 2023.