ECLI:NL:RBDHA:2023:17554
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen van staatloze Palestijn en Jordaanse echtgenote afgewezen door staatssecretaris, rechtbank vernietigt besluiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 november 2023 uitspraak gedaan in de asielprocedures van een staatloze Palestijn en zijn Jordaanse echtgenote. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen, met de stelling dat de asielrelaas van eisers niet geloofwaardig was. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een schorsing van het onderzoek, waarbij eisers bijgestaan werden door hun gemachtigde. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris ten onrechte de geloofwaardigheid van de problemen als gevolg van het huwelijk van eisers had betwist. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom de asielrelaas van eiser en eiseres niet geloofwaardig was. De rechtbank vernietigde de bestreden besluiten en droeg de staatssecretaris op nieuwe besluiten te nemen, waarbij de samenhang tussen de zaken van eisers werd erkend. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan eisers. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen, vooral in situaties waarin de veiligheid van de aanvragers in het geding is.